Viktor Orbán, de Hongaarse Pim Fortuyn, en de EU

Hij wordt Victator genoemd en Hongarije Orbanistan. Guy Verhofstadt schoffeerde Orbán in het Europees Parlement door te zeggen dat Orbán niet goed wist wat de Hongaren nodig hebben. Verhofstadt wist dat wél en durft dit te zeggen tegen Orbán, die door de meerderheid van de Hongaren gekozen is als minister-president. En Mark Rutte steunt de kandidatuur van Verhofstadt, de brutale Eurofanaticus, die ook nog de burgeroorlog in Oekraïne op zijn geweten heeft. Over hem schrijf ik een andere keer.

Ook is Orbán een transparante politicus. Hij draait er niet omheen en verhult zich niet zoals andere politici in mist. Hij voert een onafhankelijk beleid van de EU en werkt met Poetin samen voor de energie van zijn land. Ook wil hij de euro niet als munt invoeren, omdat hij de euro schadelijk vindt voor de Hongaarse economie. Dit is natuurlijk tegen het zere been van de ongekozen Brusselse technocraten. Daarom wordt Orbán in Europees verband continu aangevallen. Maar ondanks alles is het niet gelukt aan te tonen dat de Hongaarse regering ondemocratisch zou zijn.   

Hongarije is een mooi land en Boedapest ronduit prachtig. Als u een stedenvakantie zoekt, is Boedapest echt een aanrader. De stad is veilig, het openbaar vervoer goedkoop en uitstekend, en de inwoners zijn beschaafd en vriendelijk. De restaurants zijn verfijnd en er zijn volop musea en andere cultuur.

Hongarije is ook een tragisch land. In 1918 zijn grote delen van het land toebedeeld aan Slowakije, Roemenië, Oekraïne en Servië. Miljoenen Hongaren leven sindsdien buiten de landsgrenzen. Daarna heeft Hongarije langdurig geleden onder de Sovjets. Pas in 1990 werd het land vrij. Toen volgde een moeilijke periode, waarin een kapitaalvlucht plaatsvond. 182 miljard euro vloeide weg uit het land en Hongarije werd nog een tijd lang bestuurd door de oude politieke elite en desintegreerde verder. Maar nu is Hongarije aan de beterende hand, dankzij Orbán en zijn Fidesz-partij.

Viktor Orbán is geboren in 1963. Hij is jurist en studeerde in Oxford. Orbán was van 1998 tot 2002 minister-president van een coalitieregering en vanaf 2010 is hij opnieuw premier, nadat zijn partij bij de verkiezingen de absolute meerderheid behaalde. 

In de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014 kreeg zijn regeringspartij 51,5% van de stemmen en verwierf daardoor 12 van de 21 Hongaarse zetels in het Europees Parlement. Fidesz behoort in het Europees Parlement tot de EVP. 

Orbán verklaarde recent dat hij de Luxemburger Jean-Claude Juncker niet de geschikte kandidaat vindt voor het voorzitterschap van de EU. Juncker is een federalist en Orbán vindt dat de Europese naties hun eigen politieke en economische beleid moeten kunnen voeren zonder verplichtingen uit Brussel. Diversiteit is de oplossing. Wat voor Frankrijk goed is, is niet per definitie goed voor Duitsland.

In een lezing, die hij op 9 oktober 2013 in Londen hield1, verwoordde Orbán zijn ideeën zo:

“De EU is in de huidige vorm niet te handhaven. De uitgaven van de EU vloeien voor meer dan vijftig procent naar de verzorgingsstaat. Elke dag ontstaat in de EU een schuld van miljarden euro's.” Volgens Orbán is dit suïcide en moet aan de mensen worden uitgelegd dat de verzorgingsstaat niet houdbaar is en dat zij moeten werken voor hun geld. Rechten bestaan niet meer, als de economie van een land instort. En dat gaat volgens Orbán gebeuren, als men op de oude voet verder gaat met de Europese politiek.   

Daarom doet Hongarije niet mee aan de euro en kan dat land zijn economie zelf redden.

Toen hij minister-president werd, waren er in Hongarije 1,8 miljoen belastingbetalers en de rest was uitkeringstrekker. Nu zijn er in Hongarije vier miljoen belastingbetalers en hij hoopt er vijf miljoen van te maken. Ik zie nog niet voor mij dat Rutte een transparant verhaal houdt over het aantal werkenden en uitkeringstrekkers in Nederland.

En wat doen de Hongaren nu? Er is een belastingschijf van 16% voor werkenden en zij heffen 10% belasting van kleine en middelgrote bedrijven. Het resultaat: vermindering van de nationale schuld en toename van de productie van de economie.

Orbán noemt immigratie een truc, een onwenselijke truc om inkrimping van de bevolking door te weinig geboorten op te vangen. Zijn regering voert een bewuste politiek voor gezinsplanning, zodat mensen gemakkelijker kinderen kunnen krijgen, verzorgen en opvoeden.

Hij is geen voorstander van een multiculturele samenleving, maar van het behouden van de trots voor eigen volk en natie, met de daarbij behorende christelijke waarden. Christelijke waarden als eerlijkheid en medemenselijkheid noemt hij de fundamenten van een democratische samenleving.

Hij beschouwt het gebrek aan leiderschap als het probleem van de EU. De EU verschuilt zich achter slogans en instituties, terwijl in deze moeilijke tijden juist een helder, sterk en transparant leiderschap vereist is. 

Als je het zo leest, zou je zeggen dat Fidesz, de partij van Orbán, een anti-Europa partij is net als UKIP, Front National en de PVV. Deze partijen zijn echter in hun land nog niet aan de macht. Fidesz is dat wel. Het vereist daarom een grote kunst van diplomatiek vakmanschap om in de EU te blijven en toch een onafhankelijke koers te varen. Natuurlijk straalt Orbáns kritische houding af op de EU als geheel en kan die hopelijk bijdragen aan een koersverandering van Brussel.