Heel soms kom je een film tegen die een gat in je ziel slaat, of een gat in je ziel vindt en erin blijft hangen. Zon film is La jaula de oro, een simpel, maar tegelijk diep doordringend verslag van illegale immigranten op reis.
Het verhaal is al eerder verteld: jonge mensen in een uitzichtloze situatie in een sloppenwijk kiezen voor een onzekere, maar met beloften gevulde toekomst in een ver, vreemd en moeilijk te bereiken land. In dit geval gaat het om de vijftienjarige Juan, Sara en Samuel, die (over)leven in een Guatamalese grote stad, en besluiten de grote sprong naar de Verenigde Staten te maken, met hun jeugdige overmoed als enige reisattribuut. Bij de grens ontmoeten ze Chouk, van Indiaanse afkomst, die net als hen op weg is naar een beter leven. Hij sluit zich bij het gezelschap aan, tot aanvankelijke ergernis van Juan.
Vuilnisbelt
De film begint woordenloos met de introductie van Sara, die ter voorbereiding op de grote reis haar haren afknipt en ontluikende borsten insnoert; als jongen zijn je overlevingskansen aanzienlijk groter zo zal later ook blijken. Dan zien we Juan en Samuel (die net als duizenden stadgenoten zijn bestaan op een vuilnisbelt bij elkaar scharrelt) afscheid nemen van hun oude bestaan. Er wordt niets uitgelegd, maar het plaatje is duidelijk: een kansloos leven wordt ingeruild voor een vage belofte.
De film volgt de jonge mensen op hun reis: hoe ze met wat straattheater geld verdienen voor eten, hoe Chouk, die geen woord Spaans spreekt, zich schoorvoetend maar onvermijdelijk bij hen voegt, hoe ze snel ervaren raken in het vinden van de treinen, waarvan de daken gevuld zijn met honderden lotgenoten, hoe ze kennismaken met de onbarmhartige wetten van de moderne jungle, waar ze het slachtoffer kunnen worden van zowel corrupte wetshandhavers als gewetenloze gangsters.
Paranoia
Diego Quemada-Díez vertelt het verhaal zonder opsmuk, zonder romantiek en zonder sentimentaliteit: de verhoudingen tussen de tieners, de kansloze situatie waarin ze zich bevinden, de omvang van de immigrantenstroom, de paranoia van de Amerikaanse regering, die gematerialiseerd is in de strakke muur die Mexico van de Verenigde Staten scheidt, de vanzelfsprekende vriendschappen tussen lotgenoten en tegelijkertijd het al even vanzelfsprekende en nietsontziende opportunisme van de industrie die rond de immigrantenstroom is ontstaan het door de Westerse wereld zo geprezen en gestimuleerde ondernemersschap in zijn meest cynische vorm.
Mooi zijn de beelden van de ondanks alles hoopvol gestemde reizigers: de camera vangt de gezichten van de naamlozen, die, zolang de trein zicht voortbeweegt door sprookjesachtige landschappen in melancholische kleuren, durven dromen van een mooie toekomst onderweg zijn is altijd beter dan aankomen. Mooi is ook de woordloze communicatie tussen Chouk en Sara hun onhandige uitingen van prille liefde, met alle hevige gevoelens die daarbij horen. Bijzonder is de nonchalante manier waarop ingrijpende gebeurtenissen plaatsvinden zonder aankondiging grijpt het noodlot steeds opnieuw in, zoals dat in het echte leven ook gebeurt: er is geen rechtvaardiging, geen uitleg, geen motivatie. Het leven is niet eerlijk, en pech en geluk worden op volstrekt willekeurige wijze uitgedeeld.
Tragiek
La jaula de oro vraagt het uiterste van je vertrouwen in de mensheid, dat keer op keer wordt beschaamd. Als er een les te leren valt, dan is dat wellicht dat het geluk en de schoonheid alleen te vangen is in momenten die je dan ook ten volle moet beleven. En dat liefde, loyaliteit en vriendschap je meer kracht kunnen geven dan haat en angst kunnen vernietigen. En dat, als je alles bent verloren, doorgaan de enige optie is. In die menselijke overlevingsdrang en veerkracht schuilt de hoop, de tragiek en de wonderlijke schoonheid van deze film.