Veiligheidsraad begint onderzoek naar Syrisch gifgas
De Verenigde Naties komen met een onderzoek naar de inzet van chemische wapens in Syrië. De hamvraag: was het Assad, of waren het de rebellen?
Het heeft even geduurd, maar in New York is men erover uit. Alle vijftien leden van de VN Veiligheidsraad hebben zich achter een resolutie geschaard die een onderzoek start naar de inzet en het gebruik van gifgas in de Syrische burgeroorlog:
Er moet een onderzoek komen om te achterhalen wie gifgasaanvallen hebben uitgevoerd in Syrië. De vijftien leden van de VN-Veiligheidsraad hebben vrijdag unaniem ingestemd met een resolutie die daartoe oproept.
Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag moeten initiatief nemen tot het onderzoek, zo wil de Veiligheidsraad.
De onderzoeksgroep wordt voorlopig opgericht voor een jaar, met mogelijke verlenging, en krijgt vooral de taak "individuen, groepen of overheden" te identificeren die betrokken zijn bij het gebruik van chemische wapens. Het gaat vooral om chloorgas.
Opmerkelijk is het feit te noemen dat ook Rusland instemde met de resolutie. Van oudsher is het land zeer kritisch wat betreft ondernemingen geïnitieerd door het hoogste orgaan van de Verenigde Naties. Het stemt meestal tegen, zoals ook gebeurde met de resolutie voor de oprichting van een MH17-tribunaal. Toch acht Moskou het nu ook van belang om uit te vinden wie precies internationale regelgeving heeft geschonden met de inzet van chemische wapens.
Over vermeende gifgasaanvallen in Syrië is al het één en ander te doen geweest. De Amerikaanse president Barack Obama kondigde enkele jaren geleden aan dat chemische oorlogsvoering in het Midden-Oosten een 'rode lijn' was. Die lijn oversteken zou resulteren in een Amerikaanse interventie. Maar toen eenmaal onomstotelijk kwam vast te staan dat er in de buurt van Damascus gifgas was gebruikt, bleef een door Washington geleide belegering uit.
