PvdA-leider Lodewijk Asscher probeert alvast vooruit te kijken naar hoe Nederland eruit zal zien na de coronacrisis. Zijn conclusie? Een nóg sterkere overheid én meer vergroening, ofschoon duurzaamheid.
Lodewijk Asscher wordt door zijn opponenten vaak geschetst als een man zonder humor en een heethoofd die snel op zijn teentjes is getrapt. Het zijn niet de woorden van uw DDS-redacteur, maar toen ondergetekende Asscher ooit een complimentje gaf over zijn nieuwe modieuze bril, was de PvdA-stukadoor zelfs niet te betrappen op een marginaal glimlachje. In tegendeel.
Het tekent de enigszins kleurloze PvdA-leider en dat weet meneer Asscher natuurlijk zelf ook donders goed. Politiek is immers strategie. Om die reden probeert Asscher het nu over een andere boeg te gooien. Met iets stevigere bewoordingen, al dan niet ingefluisterd door zijn luidruchtige partijvriend Frans Timmermans.
In een interview met Trouw ging Asscher dan ook -althans, voor zijn doen- helemaal los op de inhoud.
Asscher begint zijn betoog met een groot compliment aan Mark Rutte en zijn kabinet. Want volgens hem betalen die nu zelfs 90 procent van de salarissen en houdt hele sectoren overeind. Om snel daarna te betogen voor een sterkere overheid.
Meer macht voor de overheid dus, als het aan Asscher ligt. Hij wil daar echter wel iets voor terug zien: de ontwikkeling van medicijnen en de woningmarkt moeten worden gereguleerd. Dat is natuurlijk een prima plan, maar ook Asscher weet dat dit momenteel onhaalbaar is omdat de belangen en de macht van de grootgrutters onaantastbaar is. Zeker in tijden van crisis.