Een bizarre actie.
Onder de titel 'Het klimaat voor de rechter'', schonk Paul Luttikhuis op zijn NRC klimaatblog aandacht aan een initiatief van de klimaatactivistische club 'Urgenda' om de Hoge Raad te verzoeken de regering tot een pro-actiever klimaatbeleid te dwingen.
Luttikhuis:
Morgen staat bij de Hoge Raad in Den Haag het klimaat terecht. Althans, het beleid dat Nederland voert om te voorkomen dat de opwarming van de aarde gevaarlijke proporties aanneemt. Op initiatief van Urgenda, een stichting die zich inzet voor een duurzame samenleving, wordt de staat ter verantwoording geroepen omdat die zijn beloftes niet nakomt. Dat vindt in ieder geval Urgenda.
Marjan Minnesma, directeur van de stichting, schreef vorig jaar een brief aan de nieuwe regering waarin werd gevraagd om verdergaande klimaatmaatregelen. De brief eindigde met een dreigement. Als niet binnen vier weken een positieve reactie zou volgen, zou dat worden gezien als een bewijs dat de regering kennelijk wil volharden in het huidige ontoereikende beleid.
In dat geval ziet Stichting Urgenda geen andere mogelijkheid meer dan zich tot de rechter te wenden en aan de rechter te vragen de Staat te bevelen al die maatregelen te treffen die nodig zijn om te zorgen dat per 2020 de Nederlandse (binnenlandse) emissie van broeikasgassen daadwerkelijk met 40% zal zijn verminderd ten opzichte van de Nederlandse (binnenlandse) emissies in 1990.
Om een aantal redenen is dit een bizar initiatief.
In de eerste plaats is het aan de politiek om maatschappelijke prioriteiten af te wegen en vast te stellen. Dat is geen taak voor de rechter. Voorts is er, ondanks de stelselmatige desinformatie die daarover door de klimaatalarmisten wordt verspreid, geen consensus onder wetenschappers over de AGWhypothese (AGW = 'Anthropogenic Global Warming'), zoals ik al
vaak eerder heb geschreven.
Daarenboven is de AGWhypothese in strijd met de wetenschappelijke methode, de logica, de metingen en observaties. Hiermee treedt het VNklimaatpanel (IPCC) in de voetsporen van de aloude Afrikaanse regendanstraditie, met navenante geloofwaardigheid en effectiviteit.
Het VNklimaatpanel beweert dat het thans voor 95% (voorheen 90%) zeker is dat meer dan de helft van de opwarming die sinds 1950 heeft plaatsgevonden door de mens is veroorzaakt. Maar die uitspraak is door handopsteken van enkele tientallen klimatologen, die tot de kern van het IPCC behoren, tot stand gekomen. Dat heeft niets met wetenschap te maken. Dat is natte vingerwerk. Bovendien erkent het IPCC dat het zich geen raad weet met de opwarmings'pauze', ofwel 'hiatus', die nu al meer dan 16 jaar duurt. Dit impliceert toenemende onzekerheid. Het opschroeven van de eerdergenoemde overall zekerheid van 90% tot 95% tart dus elke logica. Alleen al daarom kan het VN-klimaatpanel niet serieus worden genomen.
Ten slotte kan worden gesteld dat op basis van de modellen van de voorstanders van de menselijke broeikashypothese is berekend, dat het huidige klimaatbeleid geen enkel meetbaar effect heeft ook niet over honderd jaar. Dat betekent dat het hier slechts om getuigenisbeleid gaat. Maar het kost de wereldgemeenschap wèl
een miljard dollar per dag.
Voor excellente evaluaties van het laatste rapport van het VNklimaatpanel, zie ook Marcel Crok
hier en het NIPCC (Nongovernmental International Panel on Climate Change)
hier.
Men kan zich afvragen hoe het komt dat deze feiten kennelijk tot op heden voor Marjan Minnesma en haar companen verborgen zijn gebleven. Het antwoord daarop is dat zij waarschijnlijk behoren tot het diepgelovige type mensen à la: 'Don't bother us with the facts. We have made up our minds.'
Het is een bizarre actie van Urgenda, die is te vergelijken met een greep naar de macht van de bewoners van een psychiatrische inrichting.
Zie ook Rypke Zeilstra, de Gerrit Komrij onder de klimaatsceptici, over deze zaak op
Climategate.nl.
Voor mijn eerdere DDSbijdragen zie
hier.