Tweede Kamerleden Helma Lodders (VVD), Pieter Omtzigt (CDA) en Eppo Bruins (ChristenUnie) willen dat de 'baantjescarrousel' spaakloopt. Falende topambtenaren moeten niet ergens anders bij de (top van de) overheid terechtkomen door te zijn 'weggepromoveerd'.
Het meest recente voorbeeld is te vinden bij de Belastingdienst. De topambtenaar die daar verantwoordelijk was voor de hele bende rondom de kindertoeslagaffaire, zou worden overgeplaatst naar de gemeente Den Haag. Het gaat over Jaap Uijlenbroek. Daar ontstond flink wat ophef door.
De drie Kamerleden vinden het mooi geweest met dit soort praktijken, en roepen dat het niet langer mogelijk moet zijn voor een falende topambtenaar om zomaar weer ergens anders (bij de overheid) aan de slag te kunnen. De Algemene Bestuursdienst (ABD) is de dienst die dit faciliteert. Pieter Omtzigt legt de vinger eigenlijk direct op de zere plek, en zegt:
"Er lijkt geen mechanisme te zijn voor als iemand echt niet goed heeft gefunctioneerd. Er ontbreekt een toets of diegene dan niet ook elders schade gaat aanrichten. Mensen gaan gewoon blind weer de pool in. We hebben inmiddels al te veel ongelukken gezien om dit niet eens goed tegen het licht te houden."
Het idee van de ABD was eigenlijk heel mooi, doch wat naïef. Om te voorkomen dat topambtenaren 'vastroesten' worden ze voor maximaal zeven jaar benoemd. Daarna komen ze in een roulatiepoule terecht en komen ze bij een ander overheidsorgaan te werken. Het probleem hiermee is alleen dat je op die manier mismatches in de hand werkt. Want de ene ambtenaar is de andere niet, en wat voor het ene ministerie goed werkt, heeft catastrofale gevolgen bij een ander ministerie. Er wordt vrijwel niet gelet op daadwerkelijke competenties. Een beetje alsof je een bakker promoveert tot manager van een monteursbedrijf, 'want je bent toch ondernemer?'
Het tweede probleem is natuurlijk dat iemand in zo'n functie door de ABD wéét dat hij maar maximaal zeven jaar op één plek zit én dat hij 'straks toch weg is', waardoor je nou niet echt bepaald de prikkel meegeeft om de rommel achter je op te ruimen, zeg maar.
Kamerleden Lodders en Omtzigt zijn wel waarde in het idee van rouleren, maar Kamerlid Bruins wijst vooral op het gebrek aan kwaliteitsbeoordeling die topambtenaren nu overduidelijk niet krijgen. Hij ziet dan ook minder gevaar in het 'vastroesten' als zijn twee collega's. Maar voor alle drie is volstrekt helder dat dit zo niet langer kan.