Afgelopen nacht heeft Turkije diens luchtbombardementen tegen ISIS en de Koerden voortgezet. Behalve in Syrië, viel men ook aan in Irak. Nadat premier Davutoglu en president Erdogan gisteren aankondigden dat Turkije voorlopig actief blijft in
de strijd tegen ISIS en de PKK, werden vannacht zoals verwacht weer bombardementen uitgevoerd op doelen die behoren bij de twee organisaties. Niet alleen in Syrië vonden aanvallen plaats, maar ook het
luchtruim van Irak werd bezocht:
Turkse gevechtsvliegtuigen hebben volgens Turkse media vrijdagavond laat kampen van de extremistische Koerdische strijdgroep PKK (Koerdische Arbeiderspartij) in het noorden van Irak aangevallen. Ook zouden er eerder op de avond in het noorden van Syrië doelen van Islamitische Staat (IS) zijn bestookt.
Bombardementen op PKK - het Turks-Koerdische verzetsleger dat ook tegen ISIS strijdt - zullen misschien niet direct begrepen worden door alle partijen. Daarnaast is Turkije al tientallen jaren langer
de vijand van de PKK dan ISIS dat is. De PKK wil namelijk niet alleen de Koerdische gebieden in Syrië en Irak bevrijden van ISIS, maar streeft ook naar een eigen staat in Turkije. Om dat doel te bereiken worden ook regelmatig aanslagen in Turkije gepleegd. Afgelopen woensdag nog kwamen bij zo'n aanval
twee politie-agenten om het leven.
In het Westen wordt tevreden gereageerd dat Turkije nu eindelijk zich ook actief mengt in de oorlog tegen ISIS. Maar ook aanhangers van ISIS zijn niet ontevreden met het feit dat ook de PKK
er van langs krijgt.