Tunesische islamisten leren van Egypte

Geen categorie24 aug 2013, 12:44

Na de legercoup in Egypte lijken de islamisten in Tunesië ineens bereid tot compromis.

Rachid al-Ghannouchi, de intellectuele leider van de Tunesische Ennahda-partij, die eind 2011 de grootste werd in het interim-parlement, zou afgelopen weekeinde een overeenkomst hebben gesloten met oud-premier Béji Caïd Essebsi, nu een oppositieleider, om de onrust in het Noord-Afrikaanse land tot bedaren te brengen.

Sinds in februari een oppositieleider werd vermoord, lopen de spanningen in Tunesië op. Eind vorige maand werd nog een vooraanstaande seculiere politicus om het leven gebracht. De politie moest vervolgens traangas inzetten om voor- en tegenstanders van de regering, die door Ennahda wordt geleid, uit elkaar te houden.

Net als in Egypte wantrouwt het seculiere deel van de bevolking de islamisten. De laatste haalden, in tegenstelling tot de Moslimbroederschap in Egypte, nooit de meerderheid in vrije verkiezingen, maar vinden ook dat het geloof een grotere rol moet spelen in het openbare leven. Sinds het aftreden van president Ben Ali begin 2011 dragen Tunesische vrouwen weer hoofddoekjes op straat, wordt in het openbaar gebeden en is het aantal leerlingen van islamitische scholen fors toegenomen. Klassen worden naar sekse gescheiden.

Ennahda regeert in samenwerking met kleinere, seculiere partijen die vorige week nog dreigden de coalitie op te blazen als de eisen van de demonstranten niet werden ingewilligd. In Tunesië is het leger niet zo machtig dat het net als in Egypte de regering tot aftreden kan dwingen, maar de val van de Moslimbroederschap lijkt wel te zijn doorgedrongen. Ghannouchi zou Essebsi het presidentschap hebben beloofd als de premier van zijn eigen partij, Ali Laarayedh, kan aanblijven. Ook zouden twee kabinetsposten worden toegevoegd voor leden van de oppositie.

Ghannouchi sprak vervolgens met het hoofd van de grootste vakbond in het land die een bemiddelende rol probeert te spelen tussen de regering en de oppositie. Hij beloofde donderdag dat het land "snel" uit de crisis zal komen en zei dat Ennahda de voorstellen die de vakbond heeft gedaan "in principe" accepteert.

Of het genoeg is om de oppositie tevreden te stellen, is afwachten. Hopelijk laten de partijen het niet tot een confrontatie komen. Tunesië kan namelijk wel enige rust gebruiken. Toen in 2010 13 procent van de beroepsbevolking zonder werk zat, was het genoeg om een revolutie te ontketenen. Na de val van Ben Ali liep de werkloosheid echter op tot 19 procent. Vorig jaar kwam het cijfer uit op 17 procent. Brandstof- en voedselprijzen zijn alleen maar verder gestegen. Stakingen waren ooit verboden, maar hebben nu regelmatig plaats. Van buitenlandse investeringen en toerisme is nauwelijks meer sprake. De buitenlanders komen niet terug voordat het land een einde heeft gemaakt aan de onrust terwijl Tunesië hun geld goed kan gebruiken.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten