A Touch of Sin is een vierluik dat zich afspeelt in modern China gebaseerd op waargebeurde verhalen. Regisseur Zhangke Jia (Platform, Still Life) schetst een allerminst vrolijk beeld van de hedendaagse samenleving.
De vier verhalen staan elk op zichzelf, maar sommige karakters duiken op verschillende plekken op. Wat ze delen is een cynische ondertoon gerechtigheid bestaat niet in het nieuwe China; het is ieder voor zichzelf.
Dat geldt bijvoorbeeld voor Dahai, die werkt in een mijn ergens in een klein dorp. Hij maakt zich, als enige, kwaad over de corruptie van de lokale dorpschef, die zijn beloften aan de bewoners (die met de komst van de mijn deelgenoot van de winst zouden worden) heeft verkwanseld voor een zak met geld. Dahai probeert het hogerop te zoeken, maar loopt al snel tegen de harde, hebzuchtige hand van de corporatie. Bij zijn medebewoners vindt hij geen weerklank die vinden hem alleen maar lastig en een ruziezoeker. Tot het uiterste getergd neemt Dahai dan maar het recht in eigen hand, met zeer bloederige gevolgen in scènes die niet zouden misstaan in een Tarantino-film.
Masseuse
In dat eerste verhaal is dan al terloops Zhao San geïntroduceerd, die op weg naar huis op zeer laconieke wijze korte metten heeft gemaakt met een aantal straatrovers. Hij ontpopt zich als een nihilistische vrijbuiter, die zich nergens aan hecht (ook niet aan zijn gezin), en voor wie een mensenleven ook al niets betekent. Datzelfde geldt voor de schurken die optreden in het derde segment, waar de hoofdrol is weggelegd voor de timide Zheng Xiaoyu. Ze heeft een verhouding met een getrouwde man, die ondanks voortdurende beloften, geen aanstalten maakt zijn vrouw te verlaten. Zheng Xiaoyu werkt in een wellness-centre, als serieuze masseuse, maar er zijn klanten die voor meer komen dan alleen een massage. Wanneer ze met een paar van deze machtswellustige opportunisten tegenkomt, en ze volledig in de hoek gedreven is, blijkt ze tot uitzonderlijke daden in staat.
En dan is er Xiao Hui, een onbetrokken jongeling, die zijn stagnerende carrière een duwtje tracht te geven door te gaan werken in een exclusieve club uitsluitend bedoeld voor de meest welgestelden en buitenlanders. Heren, uiteraard. De meisjes die er werken gaan, ironisch genoeg, gekleed in uniformen uit de tijd van Mao de kenmerkende arbeiders- en legerpakjes. De jongen wordt verliefd op een van de meisjes, maar ook in deze aflevering is er geen plek voor puurheid en onschuld.
Dieren
De film is doordrenkt met cynisme: alles wat goed en zacht en lief is (inclusief de dieren aan het einde ontbreekt gruwelijk genoeg de verzekering dat zij tijdens het maken van deze productie geen pijn hebben geleden) bezwijkt onder een uit hebzucht, machtswellust en opportunisme gebouwde moker. Lucht zit er enigszins in de inktzwarte humor en in de revanche die de slachtoffers uiteindelijk nemen. Zoete wraak met een wrange nasmaak, want hiermee zijn ze dan deel geworden van het geweld dat de huidige Chinese samenleving is binnengedrongen.
Het is duidelijk dat Zangke Jia weinig op heeft met het kapitalisme zoals dat zich nu in zijn land manifesteert, en ook dat hij geen oplossing voorhanden heeft. Troost is dat hij zijn visie op het moderne China weet te gieten in fraaie beelden en intelligente plots. Een grensverleggende visie die nog niet veel te zien is in werk van filmende landgenoten.