De werkeloosheid in de eurozone (groter dan die in de rest van de EU) in nu gestegen tot 12,1%. De verschillen in de economieën van de euro lidstaten worden erdoor weerspiegeld: Oostenrijk 4,7%, Duitsland 5,4%, Griekenland 27,2%, Spanje 26,7%, Portugal 17,5% Italië 11,7%. De jeugdwerkeloosheid in de noordelijke landen onder de 10% in de zuidelijke boven de 50%. Alle erger dan tevoren. Geen duidelijker beeld van het falen van de eurozone is mogelijk. Noch regionale en landbouwsubsidies, bailouts, bankensteun aan Spanje hebben het tij kunnen keren, putten alleen maar ook het noorden verder uit. De nieuwe Italiaanse regering heeft grootse plannen: geen "austerity" maar belastingverlagingen voor het bedrijfsleven, consumenten en huizenbezitters, uitstel van de BTW verhoging en toch de begrotingsdiscipline van de eurozone . Overheidsuitgaven worden beperkt. Hoe het geheel te financieren blijft vaag. Dat is altijd het struikelblok, de financiering. Spanje en Portugal willen ook geen verdere bezuinigingen maar een verlenging van de tijd nodig om aan de eurozone eisen te voldoen. Alle willen ze eigenlijk meer geld zonder voorwaarden, waar het geld ook vandaan komt al is het uit de geldpers. De EC is onderling verdeeld wat te doen. Frankrijk keert zich tegen Duitsland als schuldige aan de austerity. Duitsland zelf is er sterker door uit de recessie van 2003 gekomen, in de Baltische landen heeft het goed gewerkt en ook in IJsland heeft het gewerkt. Maar niet in zuid Europa.
Met het sijgen van de nood en het steeds uitzichtlozer worden van de toekomst van de eurozone worden de voorgestelde oplossingen voor de eurocrisis steeds bizarder. Binnen de eurozone zijn de verschillen in productiekosten, economisch potentiëel, zo groot dat de zuidelijke lidstaten geen kans hebben. Lenen door bedrijven daar gaat tegen een wel drie maal hogere renten dan in het noorden. Dat het daarbij niet alleen om productiekosten gaat maar evenzeer om productieassortiment en globale visie wordt vergeten. Frankrijk wil dat Duitsland de lonen verhoogt om zo de Franse en Duitse productiekosten meer in evenwicht te brengen. Intereurozonaal zou dat wellicht enige soulaas bieden voor de Franse industrie maar globaal zou het voor Duitsland en dus ook voor de eurozone een ramp zijn. Bovendien gaan de Fransen voor het gemak eraan voorbij dat zij met hun 35 urige werkweek en verhoging van het SMIC (minimum loon) zelf hun productiekosten zo hebben verhoogd dat hun concurrentie positie zowel binnen de eurozone als daarbuiten geduikeld is. Tenslotte heeft de euro alleen maar een overlevingskans als de zone op de wereldmarkt kan concurreren zoals de ambitie van Brussel is. In de USA ziet men nu al dat o.a. door het shalegas en dus de lagere energiekosten de concurrentiepositie zo is verbeterd dat outsourcing vaak duurder uitkomt dan produceren in de USA, ook Groot Brittannië ziet mogelijkheden productie terug te halen. Productie biedt arbeidsplaatsen en arbeidsplaatsen zijn het voer voor de economie en balsem voor de handelsbalans.
Deze Franse oplossing geeft precies aan waar alle eurozone pogingen om de euro in stand te houden aan mank gaan: men nivelleert naar het laagste peil door bailouts, subsidies waardoor de zwakkere staten net overeind lijken te blijven terwijl de sterkere staten moeten inleveren. Men streeft naar een monetair en fiscaal evenwicht dat heel misschien intern zou zijn te bereiken als de eurozone een geisoleerd eiland in de wereldzee was, maar in de wereldeconomie de doodssteek zou zijn: daar is het de martkeconomie die welvaart of armoede dicteert.
Voor de eurozone is geen plaats in de wereld als de overheden niet aan de echte economie de mogelijkheden geven zich te ontwikkelen en globaal concurrerende te maken en dat staat vaak haaks op het beschermen van staat en banken waardoor juist de economie wordt gedwarsboomd en de staat behoedt voor de noodzakelijke hervormingen en echte bezuinigingen.
Zijn er lidstaten die hier niet bereid zijn of niet toe in staat zijn deze ontwikkeling in gang te zetten, dan moeten zij de consequenties daarvan nemen en uittreden. De eerste stap op weg naar deze ontwikkeling moet zijn: geen geldelijke steun voor lidstaten en banken. De lidstaten moeten op eigen kracht aantonen dat zij zelfstandig binnen de zone kunnen groeien, waarbij hun tweede stap moet zijn de sociale wetgeving te hervormen zodat de rigoreuze arbiedsbescherming die nu de groei van de economie vrijwel onmogelijk maakt aangepast wordt. Een flexibele arbeidsmarkt. Gemakkelijker hiring and firing, verschil tussen uitkering en laagste loon verhogen of scheppen. Er moet een einde komen aan het principe dat men toch wel gered wordt.
Als dat onmogelijk blijkt te zijn toont het aan dat de eurozone niet levensvatbaar is en maar beter zou snel mogelijk op ordelijke manier moet wordt ontbonden en men de stap terug neemt naar de Economische Unie, de EEC, de vrijhandelszone die heeft bewezen welvaart te brengen en internationale kracht te hebben zodat een echt sterk mondiaal concurrerend blok kan ontstaan