Socioloog: 'achterblijvende integratie moslimmigranten ligt voornamelijk aan hun cultuur'

Het discriminatie-argument wordt eerst zorgvuldig ontleedt. Iedereen kent wel de verhalen over discriminatie op de arbeidsmarkt en hoe Mohammed structureel buiten de deur wordt gehouden, dus discriminatie. Koopman wijst op een foutieve aanname bij dit soort onderzoeken, namelijk dat alle groepen even sterk willen participeren en gelijk verdeeld op de arbeidsmarkt zijn, qua beroep en opleidingsniveau.

De werkelijkheid is echter dat niet iedereen werk zoekt en absoluut niet gelijk verdeeld is over opleidingsniveaus! Surinamers en Antillianen komen vaker bij de overheid terecht (Syriërs, met name vrouwen, trouwens ook). Moslims zie je minder in de horeca (want alcohol).

Zo zag Koopman dat moslimvrouwen met een hoofddoek in slechts 45 procent van de gevallen werk zochten, tegenover 60 procent van moslimvrouwen zonder hoofddoek. Ook ophoping van immigranten in één wijk heeft effect op de baankans. De taalbeheersing en het 'sociaal kapitaal' (netwerk) lijden hier namelijk fors onder. Bij laagopgeleiden is dit effect nog vele malen groter!

Dan is er nog de islam. Rekening houdend met taal- en opleidingsniveau, netwerk en leefomgeving, blijkt 'de opvattingen over sekserollen' ook een flinke factor te zijn, die z'n grondslag natuurlijk heeft in conservatieve religieuze opvattingen. Dit maakt dat zelfs goed opgeleide vrouwen uiteindelijk vaker kiezen om thuis voor de kinderen te zorgen.

Het effect van conservatieve opvattingen is zelfs zó groot, dat Deense economen met behoorlijke zekerheid durven te stellen dat vroeg trouwen de kans flink vergroot dat de opleiding van een (moslim-) immigrant hierdoor vroegtijdig wordt afgebroken of niet vervolgd wordt. Zo zijn er nog een aantal factoren (gezinsgrootte, aantal immigranten per klas etc.) die de kansen van een immigrant op de arbeidsmarkt praktisch de nek omdraaien.

Kort gezegd heeft een laagopgeleide conservatieve moslimimmigrant in een wijk en op een school vol moslimimmigranten, zelfs als discriminatie niet zou bestaan, veruit de minste kans op een baan. Op een vrouw binnen dezelfde categorieën na dan.