Dit is het tweede deel van een essay van Sid Lukkassen genaamd “De neergang van Nederland ontleed en toegelicht,” waarin hij aan de hand van thema’s als migratie en kosmopolitisme uitlegt waarom Nederland momenteel afkoerst op het afvoerputje. Op Oudjaarsdag verscheen deel één van dit verhaal. Deugbalts
De deugbalts maakt dat jonge ‘high potentials’ al gauw Rob Jetten (D66) napraten – zéker als zij werken binnen grote bedrijven en overheidsinstanties. Als ik hoor dat jij woorden bezigt als ‘duurzaamheid’ en ‘diversiteit’, dan weet ik dat jij ongeveer dezelfde kant op roeit als ik. Een duif kan niet paren met een meeuw – niet voor niets maken die vogels andere baltsgeluiden. Hoor ik je dus iets zeggen over Spengler, dan weet ik dat ik weinig met je kan, als het gaat om aanhaken bij de juiste geluiden om subsidies binnen te harken. De deugbalts is de taal van de ‘public affairs’: het juiste ‘inclusieve’ taalgebruik uitkramen. Zoals ‘witte’ mensen’ en ‘mensen van kleur’, om te kunnen worden gehoord door de instituties. Als je niet in deugjargon spreekt, dan vangen de instituties je zendfrequentie überhaupt niet op – behalve als je, zoals de Gele Hesjes in Frankrijk, dingen begint te slopen. In deze situatie worden opvattingen zoals bedrijfsuniformen: authenticiteit zal steeds zeldzamer zijn. In een maatschappij waar er meer budget omgaat in promotie en reclame dan in fysieke productie, verschuift de macht naar mensen die goed zijn in relatiemanagement. De Rijnlander, met zelfoverstijging, vakmanschap en punctualiteit als kenmerkende waarden, legt het af tegen de elevator pitches van de Randstedeling. De mensen met technische expertise in de binnendienst worden weggespeeld door de vlotte verkopers van de buitendienst. Het huis rammelt vanbinnen maar dat maakt niet uit want men ziet enkel de buitenkant: fake it until you make it. Dit is Nederland vandaag: doorgerot aan de binnenkant maar de uiterlijke façade ziet er nog mooi uit. Met een bijpassende premier als verkoopspecialist. Tsjakka! De Rijnlandse mens is geworteld in een landschap van drassige graslanden, dooraderd met kabbelend water dat op een sombere herfstdag zo koud en grauw is als metaal. De Rijnlandse mens is een noeste werker, soms zwaarmoedig, hij kan ernstig peinzen. Vlijt, huiselijkheid en plichtsbetrachting houdt hij hoog in het vaandel – toch zien we dit menstype nauwelijks terug in de mainstream media.
Een groeiende bevolkingsgroep herkent zich daarom niet in hoe zaken als vaderlandsliefde, ontzag voor traditie, familiebanden en gezinsverhoudingen in de entertainment-industrie worden uitgebeeld. Een gevolg is dat, bij het verdwijnen van streekmedia, een links-identitaire beeldvorming over het Sinterklaasfeest vanuit de Grachtengordel over de rest van Nederland wordt uitgerold. Om dit te veranderen is onlangs omroep ‘Ongehoord Nederland’ opgestart. De deugbalts hangt sterk samen met virtue signals. In beide gevallen worden goede intenties boven meetbare, te verwachten gevolgen gesteld. Doelmatigheid (teleologie) staat hier tegenover utopisme. Wat goed voelt staat haaks op wat goed uitwerkt: denk maar aan het taboe rond het Australische migratiemodel, dat met pushbacks bewezen effectief is. Op korte termijn wint het eerste het van het tweede. Immers, het goede deugen is nu voelbaar aan de binnenkant, terwijl de negatieve consequenties van het beleid pas op de lange termijn voelbaar zijn. Dan zit er weer een andere regeringscoalitie dus de problemen zijn van later zorg – ze worden doorgeschoven naar de toekomst.
Zelfs bij de emancipatie van allochtonen wordt de diepere laag niet bereikt: er is hooguit wat cherry picking. Een handvol ambitieuze, goed presterende allochtone jongeren komt bovendrijven: zij worden uitgenodigd op een conferentie met een burgemeester, wethouders en NGO’s. Vervolgens worden er foto’s genomen – lekker ‘inclusief’, goed voor de beeldvorming naar de achterban – en dóór. De jongeren waar het qua radicalisering écht om gaat, worden met dergelijke programma’s niet bereikt. Islam-identitarisme blijft smeulen in de haarvaten van de samenleving.
Aanvullende factoren
Dit verval wordt versterkt door de afwezigheid van een groots overkoepelend plan waaruit mensen eigenwaarde kunnen herleiden (zie hiervoor de artikelenserie over de film Joker oftewel het leven in een grote clownshow). Uitzendkrachten zijn als inwisselbare tandwieltjes of voelen zich althans zo – als vanzelf gaan ze zich daarnaar gedragen. Veel ‘Big Mac jobs’ met weinig loopbaanperspectief. De onvrede over deze zowel materiële als immateriële onzekerheid wordt echter niet gepolitiseerd, maar weg-geconsumeerd: dit werkt apathie in de hand. Velen zoeken verstrooiing via bijvoorbeeld Netflix. Maatschappelijke thema’s zoals de rechten van arbeiders en werkzekerheid zijn nu in de liberale sfeer getrokken van de persoonlijke queeste. De thema’s worden niet meer ervaren als politieke collectieve vraagstukken. Dit alles heeft ook demografische implicaties. Het ontbreken van de financiële zekerheid om een gezin te stichten, versterkt bevolkingsverandering. Bedrijven spelen in op deze bevolkingsverandering of wakkeren dit zelfs aan: lagere lonen, meer consumenten. Varkensvlees verdwijnt uit de fastfoodzaak en zelfs sociaaldemocraten en christendemocraten ergeren zich daaraan. Als zij er echter wat van zeggen, dan wordt hun betoog in de sfeer van het rechtsradicalisme getrokken, dus zwijgen zij. Een moslimgezin in een monoblank dorp zou uit integratie-overwegingen de kinderen niet opvoeden met halal voedsel: dit zou de kroost een gewoonte bijbrengen die in die omgeving als ‘marginaal’ wordt gezien. Maar als halal voedsel overal te koop is, dan wordt dit voedingspatroon genormaliseerd. De commercie is dus niet neutraal maar neemt, door wel of geen halal voedsel te verkopen, actief stelling binnen het integratiedebat. Ook hier is het de ‘koopmansgeest’ die de eigen cultuur uitverkoopt. Zoals gezegd is de islam een factor van belang: bovenal de uitwerking van deze doctrine op de vrijheid van meningsuiting. Als je na het tekenen van een spotprent moet vrezen voor je leven – als je na een kritisch geschrift je kinderen niet meer uit school kunt halen zonder over je schouder te moeten kijken, dan is er feitelijk geen vrijheid van meningsuiting meer. Het afgelasten van Wilders’ cartoonwedstrijd betekent dat een stukje van de Pakistaanse wet is gaan gelden op Nederlands grondgebied. Zie ook de uitspraak van het Europees Hof – dat controversiële statements over de profeet Mohammed terecht bestraft waren omdat de “maatschappelijke gevolgen” zwaarder zouden wegen dan de vrijheid van expressie. Strength in numbers plus de dreiging met ontwrichtend geweld heerst boven seculiere principes. Terwijl ongekozen rechters steeds meer macht verwerven raakt de politieke orde versnipperd. Er zijn steeds meer partijen – dit betekent dat er minder ruimte is voor échte dossier-experts en specialisten op een onderwerp. De volksvertegenwoordiging raakt dunner uitgesmeerd en verzwakt: hierdoor groeit de macht van ongekozen bureaucraten. Zie voor een overzicht van de parlementaire problemen dit artikel over Kamervoorzitster Arib, evenals deze drie [1|2|3] werken over de esthetische wending van de politiek. Het gaat steeds minder over de inhoudelijke dossiers – het ‘spel’, de show voor de bühne, is inmiddels een doel op zich. Ondertussen hebben links en rechts het speelveld onderling verdeeld. Links de zorg, cultuur, onderwijs, klimaat; rechts de infrastructuur, financiën, transport en veiligheid. Met als gentleman’s agreement: voer geen campagne op elkaars thema’s. Dit is het fundament van een status quo die zich niet laat ‘challengen’ door populisten – een status quo die voor hun eigen gevoel de underdog is. Frans Timmermans en Guy Verhofstadt zien zichzelf immers als verdedigers van de ‘fatsoenlijke samenleving’ tegen ‘populisten’ zoals Wilders en Trump. Voor deze status quo is alles geoorloofd om populisten ‘niet in het script te laten schrijven’. Pro-populistische verkiezingsuitslagen versterken enkel hun belegeringsmentaliteit. De destructieve monetaire politiek en de invloed van de ECB mogen niet ongenoemd blijven. Wereldwijd blijven de schulden oplopen – vooralsnog is hier geen werkbare oplossing voor: het barsten van de bubbel wordt alleen vooruitgeschoven door de belastingbetaler voor de bailouts aan te slaan. Inmiddels is er zelfs negatieve rente op spaargeld – mensen zien de waarde van hun spaargeld verdampen. Waar sparen niet loont, worden mensen aangemoedigd om risicovoller met geld om te gaan. Dit ondermijnt de stabiele economische patronen waarop een brede middenklasse samenleving drijft en gedijt. De ECB herschrijft het eigen mandaat zonder democratische controle – welvaartstransfers van Noord op Zuid zijn het gevolg. Wat ook meespeelt is interactieve metaalmoeheid c.q. democratische metaalmoeheid. Gekozen volksvertegenwoordigers lukt het maar niet om het geluid van de straat te laten horen, met als gevolg dat ze deze taak willen overhevelen op het systeem. Dit leidt tot het optrommelen van burgers naar vergaderingen waarbij hen kansen tot participatie in het vooruitzicht worden gesteld.
Onvermijdelijk wordt er met deze burger-input weinig gedaan: deze input past immers niet goed binnen de gevestigde structuren – die willen uiteindelijk hun macht niet delen. We zagen dit bij het recente afschaffen van het referendum nadat de uitkomst van het Oekraïne-referendum de bestuurlijke klasse niet goed uitkwam. Deze overkill aan vruchteloze burgerparticipatie hangt samen met de tien procent klankborders. Gedesillusioneerde burgers zoeken sterke leiders die overzicht brengen. Dit voert tot Caesarisme: een situatie waarin pragmatische machtspolitici belangrijker zijn dan enige onderliggende levensbeschouwing. Hun magnetische charisma houdt alles in beweging – zonder hun charisma valt alles stil. Conclusies
Alles staat of valt met de leidende cultuur. Een land gedijt in zowel sociale als economische zin, als er een cultuur heerst waarin mensen met een opgeruimd gevoel uit bed stappen, aan de slag gaan en de frisse geur van de velden opsnuiven zodra ze buitenshuis komen. Op straat groeten ze elkaar beleefd en bij problemen gaan ze niet defaitistisch zitten mokken. Dan steken zij de handen uit de mouwen en spreken elkaar aan op wat er gedaan moet worden. Vanuit een vindingrijke volksgeest komen er oplossingen boven die direct worden uitgevoerd.
Waar er zo’n cultuur heerst is er sprake van een actieve natie. Er is dan een hechte gemeenschap die veel van het onderhoud van de publieke ruimte en de zorg voor de naaste medemens kan oppakken, zónder dat de overheid daar een grote rol in hoeft te nemen. Maar deze cultuur is ondermijnd door een extreme regelzucht die ironisch genoeg juist onder liberaal bewind is uitgerold.
Eigen initiatief wordt bestraft omdat je overal op bureaucratische tussenlagen stuit. Normen op straat vervagen door de instroom van gewelddadige culturen uit het Midden-Oosten. De staat schotelt ons megalomane en utopistische projecten voor, qua klimaatbeleid en open grenzen, terwijl de dienstverbanden die mensen in de praktijk krijgen, vooral voor de korte termijn zijn. Het gevolg is mooi weer spelen naar buiten toe – virtue signals oftewel de deugbalts – terwijl diep vanbinnen niemand zich langdurig betrokken voelt. In deze situatie voelt niemand de aandrang om zijn omgeving naar een hoger niveau te tillen, en wacht men passief op de overheid.
De Hollandse ondernemingslust is doodgeslagen. Helaas kan deze ‘Dutch spirit’ niet worden hervonden. Deze opgeruimde ondernemingslust was immers het product van unieke cultuurhistorische omstandigheden die, gegeven de context van massa-immigratie en bureaucratische machtscentralisatie, niet kunnen worden hersteld. Nu doemt een Europa op van gefragmenteerde cultureel-religieuze enclaves die op gespannen voet staan. De staat moet daarbij steeds indringender te werk gaan om de orde te bewaren. Dit zal uitmonden in Caesarisme en de Chinaficatie van Europa. Volg Sid Lukkassen via zijn nieuwsbrief en uiteraard waardeert hij ook uw steun voor zijn werk via BackMe zeer hartelijk.