Vrijheid van meningsuiting ligt zwaar onder vuur. Techgiganten als Google en Facebook bepalen welke meningen wel en niet op hun platform mogen verschijnen, de PvdA en D66 willen die bedrijven dwingen nepnieuws te bestrijden en Frans Timmermans wil via de EU zelfs haatzaaien tegengaan. Dr. Lukkassen ziet een groot probleem dat ons allemaal raakt.
Nepnieuws, haatzaaien en censuur vormen de drie kernbegrippen die het probleem goed duiden. Wanneer is iets nepnieuws of haatzaaien? Is het wel censuur als Facebook iets niet op z'n eigen platform wil hebben staan? Is jouw vrijheid van meningsuiting wel in het geding als je buiten met een zeepkist op het plein kan gaan staan prediken?
Twee situaties die dit probleem wat concreter maken zijn:
In het geval van Wilders zei minister Kajsa Ollongren dat er géén sprake was van nepnieuws of desinformatie maar dat het gewoon om een politiek standpunt ging. Dit raakt volgens dr. Lukkassen artikel 7 van de Grondwet. Artikel 7 beschrijft echter dat er vooraf geen toestemming nodig is voor de publicatie van een mening. Dat die mening daarna verwijderd kan worden of de persoon kan worden geblokkeerd, wordt geen woord over gerept. Ollongren voegde daaraan toe:
„Dit zijn privébedrijven – discussies op sociale media voelen als een publieke ruimte, maar dat is niet zo.”
Met andere woorden: 'Wat is het probleem, dan ga je toch gewoon blèren op het plein?'
De tweede situatie is net zo schrijnend. Overheden hebben hun grip verloren op de publieke ruimte. Zij zijn feitelijk afhankelijk gemaakt van techgiganten, die bepalen welke mening wel en niet aan het brede publiek mag worden getoond. Overheden zijn daardoor geneigd om te proberen die bedrijven te verleiden met belastingvoordelen en advertentie-inkomsten, een absoluut zwaktebod. Dr. Lukkassen sluit af met de waarschuwing dat vrijheid van meningsuiting 'een stukje dode theorie' dreigt te worden, en zegt:
"Vrijheid van meningsuiting valt niet meer af te dwingen in een praktijk waar private techbedrijven onze publieke discussie modereren. Toch is dat de lijn die Ollongren kiest – zo blijkt uit de discussie. Het is hoog tijd de Grondwet te updaten om het vrije democratische internet te waarborgen."
Ik vraag me af of dit genoeg zal gaan zijn. Deze techbedrijven bewegen enigszins mee met de eisen van landen (zoals Saoedi-Arabië) door censuurtechnologie aan te reiken of zelf bepaalde filters toe te passen. Mocht het echter te gek worden, dan trekken ze liever zelf eerder de stekker eruit.
Zelf denk ik dat het antwoord ligt in een alternatief voor social media platformen, waar helaas ook voldoende haken en ogen aan zitten. Bijvoorbeeld een overheid met een eigen platform voor eigen bevolking zou een hel worden: een te dure knock-off van Hyves, gekoppeld aan je DigiD met achterdeurtje voor de AIVD. Maar een nieuwe Nederlandse of Europese Facebook lost het probleem ook niet op. Is er überhaupt wel een oplossing of zijn we overgeleverd aan de Zuckerbergs van deze wereld?