1. Home
  2. Schade met een gouden randje

Schade met een gouden randje

Geen categorie19 apr 2013, 12:00
Aan de Muze van de Muiderkring kunnen weinige vrouwen tippen. De tentoonstelling over Maria Tesselschade Roemer Visscher schetst een ideaalbeeld van dit veelzijdige rolmodel.
De Amsterdamse koopman en assuradeur Roemer Pieterszoon Visscher krijgt in de kerstnacht van 1593 een financiële klap te verwerken. In een hevige storm verliest hij vlakbij het eiland Texel twintig schepen volgeladen met graan en goederen. Ieder ander was misschien bij de pakken neer gaan zitten en zou de ramp zo snel mogelijk willen vergeten, maar niet Roemer Visscher; sterker nog, hij geeft zijn dochter Maria, die een paar maanden later wordt geboren, zelfs de bijnaam Tesselschade. De koopman haalt namelijk levenslessen uit het verlies. Hij meent dat een mens nooit op zijn aards goed moet vertrouwen en zeker nooit alles tegelijk op het spel moet zetten. De geboorte van een gezonde dochter maakt ook veel goed; dankzij haar krijgt de ramp toch nog een gouden randje.
Zo begint het levensverhaal van Maria Tesselschade Roemer Visscher (1594-1649), een vrouw die haar opvallende bijnaam altijd met trots heeft gedragen. Het Muiderslot wijdt momenteel een kleine tentoonstelling aan haar. We krijgen een inkijkje in haar leven, dat voor een groot deel in het teken stond van de kunst en letterkunde. Zoveel wordt al snel duidelijk. Zij en haar eveneens getalenteerde zuster Anna genieten een voor die tijd zeer vrije en kunstzinnige opvoeding; vader Visscher is naast koopman ook een liefhebber van de letteren en daar plukken zij de vruchten van. Naast de traditionele vrouwentaken als handwerken worden de zusjes onderwezen in verschillende talen. Ook de eigen moedertaal is in deze periode volop in ontwikkeling; zo schrijft hun vader samen met Hendrick Spiegel het eerste gedrukte Nederlandse grammaticaboek. Huize Visscher groeit uit tot een ontmoetingsplek voor taalpuristen, schrijvers en dichters. Onder andere Pieter Cornelisz Hooft, Joost van den Vondel en Gerbrand Adriaensz Bredero komen er regelmatig over de vloer.
 Omringd door taalvirtuozen ontpopt Maria Tesselschade zich tot een intelligente, welbespraakte vrouw die er ook nog eens leuk uitziet. In literaire spelletjes doet ze niet onder voor de mannen en zij beschouwen haar dan ook als hun gelijke. Ze schrijft zelf gedichten, waarvan er een paar bewaard zijn gebleven, en onderhoudt een innige briefwisseling met de dichters Hooft en Huygens. Het hoogtepunt van haar roem is haar deelname aan het literaire genootschap dat later bekend is geworden als de Muiderkring. Op talloze platen staat zij afgebeeld als het stralende middelpunt van dit erudiete gezelschap. Oh, en had ik al gezegd dat Maria ook een verdienstelijk graveerster was? De moderne vrouw mag dan soms een hoge dunk hebben van zichzelf, maar aan deze Muze van de Muiderkring kunnen toch weinigen tippen.
 Had ze naast al deze culturele bezigheden ook nog tijd om een gezin te stichten, vraagt u zich misschien af. En ja, zoals de meeste vrouwen uit haar tijd stapte ook Maria Tesselschade in het huwelijksbootje. Wel op iets latere leeftijd dan gebruikelijk was – ze was al bijna dertig, dus praktisch een bejaarde in die dagen – maar toch kregen zij en haar echtgenoot Allart Jansz nog drie dochters. Tragisch genoeg overleefde Maria zowel haar man als haar kinderen. Zelf overleed ze in 1649 en werd begraven in de Oude Kerk te Amsterdam.
 Al in haar eigen tijd was Maria een opvallende verschijning, maar ook in latere eeuwen genoot zij bekendheid en fungeerde ze vaak als rolmodel of inspiratiebron. In 1808 verscheen het eerste boek over haar, geschreven door Jacobus Scheltema. Hij plaatste Maria en haar vele kwaliteiten op een voetstuk. Ook de publicatie van de briefwisseling van Hooft droeg bij aan haar roem. Zo werd ze in de 19de eeuw een soort heldin van de Romantiek en door velen beschouwd als de ideale vrouw; belezen, kunstzinnig, mooi en deugdzaam. Haar zelfstandige en ondernemende kant werd juist weer een voorbeeld voor de feministes die in 1872 de vrouwenvereniging Tesselschade oprichtten. In 1953 fuseert deze vereniging met de zusterorganisatie Arbeid Adelt en zo ontstaat Tesselschade-Arbeid Adelt. Misschien leuk om te weten: de vereniging bestaat nog steeds en heeft als doelstelling de economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen.
 En al is haar naam vandaag de dag bij het grote publiek wat minder bekend, vergeten is Maria Tesselschade nog lang niet. De expositie, waarin diverse objecten, geschriften en brieven worden getoond, laat zien wat een bijzondere en begaafde vrouw zij was. Door al haar talenten heen is het soms alleen moeilijk om de ‘echte’ Maria te ontdekken. We zijn zwaar onder de indruk van haar vele kwaliteiten, maar daardoor ligt het gevaar op de loer dat ze niet altijd overkomt als een vrouw van vlees en bloed. Er wordt een ideaalbeeld gepresenteerd waar de doorsnee vrouw een minderwaardigheidscomplex van zou krijgen, terwijl ook Maria vast haar mindere kanten moet hebben gehad. En hoe zit het met haar onzekerheden en verdriet? Over de dood van haar man en dochter Greetje, die ze allebei op één dag verloor, schreef ze in een brief: ‘Dit is Gods wil, daar moet ik me in schikken; ik huil van binnen maar niet van buiten.’
 En daar moeten we het mee doen. Net zoals haar vader vlak voor haar geboorte zonder al te veel drama het verlies van zijn schepen incasseerde, zo legt ook Maria Tesselschade zich neer bij de rampspoed die haar treft en gaat ze door met haar leven. Een leven dat vele mensen heeft geïnspireerd – en dat nog steeds doet. Gaat u zelf maar een kijkje nemen in het Muiderslot.
 
De tentoonstelling Tessel Schade – een ramp met een Gouden randje is nog en met 12 mei 2013 te zien in de Kapelaanskamer en op de Overloop van het kasteel. Ma t/m vr 10:00-17:00 uur, weekend en feestdagen 12:00-17:00 uur.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten