Hé, Mark Rutte is gelovig. Dat zei hij gisteren na afloop van de ministerraad. Hij zei dat omdat hij meende te weten dat dat geloof te verenigen is met vaccinaties. "Als alles de wil van God is, dan is de uitvinding van het vaccin dat ook. God heeft nooit bedoeld dat deze kinderen zo lijden als er tegelijkertijd in de wereld, waar God ook iets mee te maken heeft in mijn ogen, er ook voor is gezorgd dat er vaccins zijn." En daarom voelde hij zich vrij dominees op te roepen om hun gemeenteleden op te roepen om hun kinderen in te laten inenten tegen mazelen.
Deze oproep is om te beginnen al merkwaardig. Dit kabinet bepleit met grote regelmaat de scheiding van kerk en staat. Die scheiding houdt in dat de kerk niet over de staat mag heersen en de staat niet over de kerk. Tegenwoordig wordt deze scheiding echter steeds meer uitgelegd als de absolute scheiding van religie en het publieke domein (en allerlei aantastingen van klassieke grondrechten worden ermee gerechtvaardigd). Wie deze onjuiste definitie van de scheiding van kerk en staat hanteert, en Rutte doet dat, moet consequent zijn en zich als politicus onthouden van elk commentaar op het geloof van burgers. Immers: "Congress shall make no law respecting an establishment of religion, or prohibiting the free exercise thereof", zoals het voorbeeldige eerste amendement op de Amerikaanse Constitutie luidt. Of betekent de scheiding van kerk en staat in Nederland inmiddels dat de staat zich wel mag uitlaten over geloofszaken, maar dat uitspraken vanuit het geloof in het publieke domein irrelevant, of ongewenst, of zelfs ongrondwettig zijn?
Maar er is nog iets met deze oproep van Rutte. Rutte sluit zich aan bij de oproep van oud-minister Els Borst (Volksgezondheid) en VVD-senator Heleen Dupuis (VVD), gisteren in het AD. Ook zij riepen predikanten op om gelovigen duidelijk te maken dat vaccineren niet tegen de wil van God ingaat en stelden: "Als alles de wil van God is, dan is de uitvinding van het vaccin dat ook, net als de autogordel en de airbag."
Dergelijke opmerkingen gaan voorbij aan de diepste beweegredenen van ouders die hun kinderen niet laten inenten, de zogeheten refos dus, of beter: een klein deel van hen, bewoners van de vermaarde biblebelt.
Refos presenteren hun standpunt als gehoorzaamheid aan het gebod van God zoals dat in de Bijbel tot hen komt. De anderen nemen dat op hun woord aan, en beginnen discussies over de aard en implicaties van dat geloof. Maar ik denk dat er iets anders aan de hand is.
Refos kleden zich ook anders. Waarom? Omdat God heeft gezegd, zeggen zij, dat vrouwen zich niet mogen kleden als mannen (Deuteronomium 22:5). Zou het waar zijn? Zou het niet eerder zo zijn dat de omringende cultuur op een gegeven moment is veranderd (bevallige dames die pantalons gingen dragen en een sigaretje opstaken), dat die verandering is geïnterpreteerd als iets van een opstand tegen een heilige en dierbare orde, en dat het verzet tegen die opstand tot een bepaald gedrag heeft geïnspireerd, dat daarna Bijbels gerechtvaardigd is?
Neem een ander voorbeeld, dat deze redenering alleen maar sterker maakt. In refo-kringen treft men zelden mannen met snorren en baarden aan. Waarom niet? Er is toch weinig verbeeldingskracht voor nodig om ons de profeten en apostelen met behaarde aangezichten voor te stellen, en menig theoloog uit vroeger eeuwen blijkt hen daarin te hebben nagevolgd. Toch volgen de refos deze voorbeelden niet. Waarom niet? Dat heeft ongetwijfeld te maken met de jaren zestig, toen een opstandige jeugd het scheermes van pa liet voor wat het was en de natuur op wang en bovenlip zijn gang liet gaan. Die begroeiing werd geassocieerd met de geest der revolutie en daarom afgewezen, zelfs bij ontstentenis van een Bijbeltekst waarmee deze keuze kon worden gerechtvaardigd. (Wat dus bewijst dat het verzet tegen bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen een sterkere motivatie voor bepaalde keuzes is dan een duidelijke Bijbeltekst.)
Zo is het ook, denk ik, met het verzet tegen vaccinaties. Wie de geschiedenis van dat verzet bestudeert (laten we zeggen vanaf Abraham Capadose in de negentiende eeuw), zal zien dat er naast het medische argument inentingen waren toen nog gevaarlijk één argument steeds weer in stelling is gebracht: de overmoed van de moderne mens, die met zijn kennis en wetenschap de natuur denkt te kunnen beheersen en God niet meer nodig heeft. Dat lijkt mij nog altijd de diepe, religieuze inspiratie van het huidige verzet. Voor de duidelijkheid wordt er dan een casuïstisch argument bijgehaald in de vorm van een Bijbeltekst, bijvoorbeeld wanneer Christus zegt dat alleen zieke mensen een medicijnmeester nodig hebben maar zij die gezond zijn niet.
Vandaar ook dat al die argumenten van airbags en autogordels geen enkele indruk maken. Zij gaan immers aan de kern voorbij. Het gevoel van afhankelijkheid of beter: de erkenning van het gebod dat wij ons in alles van God afhankelijk moeten weten leidt tot de keuze om kinderen niet te vaccineren. Alle kinderachtige discussies over verwrongen casuïstiek, die in alle orthodoxe kringen het gevolg is van het schuren van pre-moderne waarden met het moderne leven, vloeien hieruit voort.
Dat betekent dus ook, dat al die keuzes (voor rokjes en geschoren aangezichten, en tegen vaccinatie) vooral om bepaalde religieuze waarden draaien. De waarde van de onderscheidenheid van man en vrouw, de keuze tegen de geest van 1968, de keuze tegen de waan van de beheersbaarheid. Dat zijn natuurlijk volstrekt legitieme keuzes. Het probleem begint alleen op het moment dat uit die waarden normen worden afgeleid die vervolgens sacrosanct worden verklaard.
De discussie wordt in refo-kring gevoerd. Ik zou niet weten waarom een minister-president (of welke (ex-)minister of politicus dan ook) die de scheiding van kerk en staat hoog in het vaandel zegt te voeren, zich daarmee zou willen inlaten.