Mocht u er bezwaar tegen hebben dat ondergetekende verlekkerd schrijft over roken, dan nodig ik u van harte uit die bezwaren voor uzelf te houden. Want in het Nederland van nu is de roker niet langer louter in het defensief gedrukt; hij moet blij zijn dat-ie nog niet achter prikkeldraad zit en deze woorden vanuit een psychiatrische inrichting leest. Alle antisentimenten ten spijt: een echte heer rookt zo nu en dan een sigaar. En het liefst vaker. Want Martin van Amerongen wist al: rook doet leven.
Goed, hopelijk hebben deze woorden de verbeten antirokers weggejaagd. We zijn weer onder elkaar, zullen we maar zeggen. Laten we dan beginnen. We gaan het hebben over sigaren roken. Niet over gehannes met brandend cederhout (wat ik u sowieso kan afraden) en andere praktische tips, maar over de voorbereidende fase. Het kopen van de sigaar.
Eerste les: gij zult geen Hollander zijn. Sigaren zijn geen sigaretten. Sigaretten zijn kankerstokjes die met dezelfde vakmanschap, soortgelijke ingrediënten en niet-aflatende liefde zijn bereid als frikandellen. Daarop kunt u prima besparen. Op sigaren niet, want kwaliteit kost geld en besparen kost kwaliteit. Als u voor een dubbeltje op de eerste rang wilt zitten en toch 'sigaren' wilt roken, koopt u gewoon HTL-sigaren bij het tankstation. Die zijn niet voor honderd procent van tabak, maar deels van een glucusomengsel dat de restsnippers, waar deze sigaren van gemaakt zijn, bij elkaar houdt. Van dit glucose-tabaksmengsel worden grote platen geperst, die weer vervaardigd worden tot sigaren. Jummie. Gewoon voor honderd procent tabak gaan dus, ook al kost het meer.
Sigaren zijn namelijk een prachtig product om het onderscheid tussen 'veel geld' en 'duur' door te begrijpen. Ze kosten relatief veel geld, maar als de kwaliteit ernaar is, zijn ze geenszins duur. Een Davidoff longfiller, men neme een Special 'R', heeft u bijvoorbeeld pas voor een een euro of twaalf, maar ze bieden anderhalf uur lang het summum van rookgenoegen en smaak.
Tweede les: zoek een eigen sigarenboer. U kunt sigaren bij de kiosk kopen, maar het aanbod is beperkt en goedkoop en u leert nooit wat het werkelijke genot kan zijn van smeulende bladeren. Ga dus naar de vakman. Dat wil niet zeggen dat u elke winkel waar ook tijdschriften verkocht worden, moet mijden, maar een mooie stelregel is dat er tenminste twee humidors moeten staan met meer dan tien merken. Dat betekent dat de winkelier zijn vak verstaat, ook longfiller-sigaren heeft, zijn merken kent en daarnaast dat u lekker kunt variëren.
Bovendien, en dat is het leukste van sigaren kopen, kunt u zich dan, voor het glas van deze humidors, aan de tabaksjuweeltjes vergapen. Mijn sigarenboer heeft me er meer dan eens op gewezen dat ik eruit zie als een kind in de speelgoedwinkel, als ik verlekkerd zijn nieuwste aanwinsten sta te bekijken. Uw winkelier moet dat sentiment begrijpen en delen, dan heeft u te maken met een goede. De rest is bijzaak.
Derde les: sigaren zijn geen imago-stokjes. Voor de gentlemen onder u heel belangrijk, want de gentleman is bij uitstek geen poseur. Als u geen sigaren rookt, rookt u geen sigaren. Uiterst simpel. Dus niet voor feestjes of speciale gelegenheden toch ineens sigaren kopen, omdat het zo lekker decadent staat. Dat is namelijk de glibberige weg naar oppervlakkige gentlemanliness. Voor de roker is dat overigens wel een fataal proces dat zich mooi laat overdenken tijdens het roken van een sigaar.
Natuurlijk valt er enorm veel meer te vertellen over de nobele kunst van het roken, maar het internet staat vol met how-to-gidsjes, de een wat beter dan de ander. Mocht u dit niet voldoende vinden of gewoon een antwoord op maat willen, kunt u al uw vragen kwijt in de commentsecties.