Ongerechtvaardigd onderscheid blijft in de wet.
De Eerste Kamer heeft gesproken: er komt geen algeheel verbod op de onbedwelmde slacht. Met andere woorden: met een beroep op het denkbeeldige vriendje van de joden en/of moslims mag een dier nog steeds onbedwelmd worden geslacht. Absurd.
Wat vaak werd en wordt vergeten, is dat het er niet om ging of we de onbedwelmde slacht in haar geheel al dan niet moesten toestaan, maar of het gerechtvaardigd is om de op het algehele verbod bestaande uitzonderingen voor de joodse en islamitische slacht te handhaven. Het enige argument dat daar in wezen voor is aandragen, is dat die twee religieuze groepen dit al sinds jaar en dag doen. Dat argument kan echter enkel dienstdoen als steunargument en kan dus nooit van doorslaggevend belang zijn. We hebben per slot van rekening zoveel zaken die we 'al heel lang zo doen' afgeschaft - ik noem bijvoorbeeld de slavernij en het beperken van het burgerlijk huwelijk tot twee personen van een ander geslacht.
Maar, hoor ik u denken, zou de godsdienstvrijheid dan niet zijn ingeperkt indien dit wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer was aangenomen? Het klopt dat de tegenstanders van het wetsvoorstel u dat hebben doen willen geloven, maar het is aperte onzin. Want indien - nog daargelaten dat de vrijheid van godsdienst niet absoluut is - het ongerechtvaardigde onderscheid tussen joden en moslims enerzijds en alle andere mensen anderzijds uit de wet was gehaald, zouden joden en moslims op geen enkele wijze belemmerd zijn om onbedwelmd geslacht vlees voor consumptie te importeren. Het is immers niet de onbedwelmde slacht zelf die door (bepaalde interpretaties van) het jodendom en de islam als religieuze plicht wordt voorgeschreven, maar de consumptie van onbedwelmd geslacht vlees. Mocht dit niet zo zijn, dan hebben al die strenggelovige joden en moslims die nog nooit van hun leven een (onbedwelmd) dier hebben geslacht, toch echt een groot probleem.
Kortom, het is meer dan spijtig dat vele Eerste Kamerfracties (waaronder de VVD, PvdA, D66 en GroenLinks) het zich door een religieuze lobby op de mouw hebben laten spelden dat de vrijheid van godsdienst hier in het geding was. Het enige wat hier namelijk echt aan de orde is geweest, was de gelijke behandeling voor de wet en de daaruit voortvloeiende vraag naar de rechtvaardigheid van het onderscheid dat de wet in het geval van de onbedwelmde slacht maakt.
foto: Vincent Teeuwen - flickr