Reguliere media beginnen windmolensprookje door te prikken

Geen categorie09 feb 2014, 16:30
NRC HB en Volkskrant ontdekken schaduwkanten van windenergie. Het werd tijd! Nu de regering nog!
De Jan Rotmansen en Jan Paul van Soesten van deze wereld moeten zich zaterdag rot geschrokken zijn. Zowel NRC HB als de Volkskrant pakten breed uit over de schaduwkanten van windenergie. In NRC HB tonen Albert Stienstra en Richard Tol aan dat windenergie alleen maar veel geld kost en niet leidt tot vermindering van het verbruik van fossiele energie en evenmin tot een vermindering van CO2–uitstoot. En in de Volkskrant leggen Merijn Rengers en John Schoorl uit hoe de fine fleur van de haute finance in Nederland er – volkomen legaal – in is geslaagd windenergie als lucratieve aftrekpost te benutten, met gegarandeerde droomrendementen van 10% per jaar als resultaat – uiteraard ten koste van de modale belastingbetaler en energieverbruiker. Dat is nu wat je noemt een nivelleringsfeest!
Hoe komt dat? Is dit een georchestreerde actie? Wie zitten daar achter? De fossiele brandstoffenindustrie? Exxon? Neoliberale ideologen? Rechtse Amerikaanse denktanks? De Vieze top 50?
Nee, natuurlijk niet! Wat te denken van goede inhoudelijke argumenten waarvoor de MSM – bevangen als zij zijn (waren?) door de klimaathysterie – tot dusver doof en blind zijn gebleven?
Onder de titel, 'Windenergie leidt juist tot het verstoken van meer kolen', schrijft elektrotechnisch ingenieur Albert Stienstra:
Duitsland gebruikt bij elektriciteitsopwekking nauwelijks nog gascentrales, want die zijn duurder dan kolencentrales. Die kolencentrales zijn op hun beurt minder geschikt voor het opvangen van de verschillen in wind– en zonne–energie, maar vanwege ‘net stabilisatie’ laat men deze centrales bij veel wind of zon doorwerken als ‘draaiende reserve’. Er wordt dan meer CO2 uitgestoten dan als gascentrales zouden worden gebruikt, maar de kosten van kolencentrales zijn zoveel lager dat de extra uitstoot voor lief wordt genomen.
Laten zonne– en windenergie het voor langere perioden afweten, en dat gebeurt enkele keren per jaar voor een week of langer, dan moeten centrales op fossiele brandstof en (nog enkele jaren) kernenergie aan de gehele vraag voldoen. Dat blijft altijd nodig – hoeveel windturbines en zonnepanelen er ook worden geïnstalleerd. Immers, onder windkracht drie leveren windmolens geen energie en ‘s nachts is er geen zon. Wind– en zonne–energie zijn daarom extra’s op het elektriciteitsnet; ze kunnen geen enkele bestaande centrale vervangen. Centrales op fossiele brandstof moeten dus aan de volledige vraag naar elektriciteit kunnen blijven voldoen. Wordt er echter belang gehecht aan lagere CO2–uitstoot, dan kan men beter kern– dan kolencentrales gebruiken. Duitsland wil dat niet.
Omdat wind- en zonne-energie extra’s zijn op het elektriciteitsnet, moeten bij berekening van brandstofbesparing alle energiekosten van hernieuwbare energie worden meegenomen: productie, transport, installatie, aansluiting op het net, onderhoud, etcetera. Dr. C. le Pair rekent zo, en daaruit blijkt dat bij een grotere netto windbijdrage dan ca. 7 procent geen brandstof meer wordt bespaard, zelfs bij gebruik van gascentrales. Bij kolencentrales treedt dit effect eerder op. Hoe meer windenergie op het elektriciteitsnet wordt toegelaten, hoe meer brandstof wordt gebruikt. De berekeningen van Le Pair worden ondersteund door het toegenomen brandstofverbruik voor de elektriciteitsproductie (en dus ook de CO2–-uitstoot) in Duitsland – ondanks de enorme toename van hernieuwbare energie. Dit blijft zo, want kolencentrales zullen niet verdwijnen. Integendeel, er worden centrales bijgebouwd om aan de vraag bij weinig wind en zon te kunnen voldoen als straks meer kerncentrales worden afgeschakeld.
Het idee in Duitsland was dat hernieuwbare energie de elektriciteitsproductie zou overnemen van de kerncentrales, maar dat is niet gelukt en zal ook niet binnen afzienbare tijd lukken .
In Nederland zal dit alles eender zo gaan, als significant meer windenergie wordt geïnstalleerd.
Aldus Stienstra.
En wat schrijft de milieueconoom Richard Tol, die waarschijnlijk internationaal grotere bekendheid geniet dan in Nederland?
De Duitse Energiewende faalt, subsidies werken niet, maar helpt windenergie?
Leer van het mislukte Duitse energieplan.
Duitsland ondergaat een peperdure energierevolutie, maar de uitstoot stijgt. Logisch dat de overheid de subsidie wil terugschroeven, constateert Richard Tol. Ook in Nederland past geen subsidiefontein.
Er vindt een energierevolutie bij onze Oosterburen plaats: Die Wende, auf deutsch. In 2020 moet 35 procent van de elektriciteit duurzaam zijn; in 2030 moeten er zes miljoen elektrische auto’s op de Autobahn rijden; in 2050 moet het energiegebruik worden gehalveerd. Alles om het klimaat te redden.
Waarom? Duitsland is niet echt kwetsbaar voor klimaatverandering en Duitse emissies vallen in het niet bij die van China. Duitse bedrijven zoals Siemens en BMW zouden met hun technologie veel geld kunnen verdienen aan klimaatbeleid – als andere landen het Duitse voorbeeld volgen. Maar in plaats van een gidsland te zijn, laat Duitsland zien hoe het niet moet.
Die Wende blijkt duur te zijn, erg duur. En de uitstoot van broeikasgassen daalt niet, maar stijgt.
De stijging van de uitstoot van kooldioxide is gemakkelijk te verklaren. Hoewel Duitsland niet bepaald een Tsunamiprobleem heeft, besloot bondskanselier Angela Merkel na de Fukushimaramp in Japan alle kerncentrales voortijdig te sluiten. Maar er moet toch stroom worden opgewekt. In Europa is gas nog altijd erg duur, vanwege het aanhoudende getreuzel over schaliegas. In de Verenigde Staten daarentegen, is gas spotgoedkoop, maar doet de regering moeilijk over exportvergunningen.
Amerikaanse elektriciteitsbedrijven schakelen massaal om van kolen naar gas. Er is daarom een overschot aan steenkool en die is dus goedkoop. En nu verrijst in Duitsland dus de ene kolencentrale na de andere. De CO2 uitstoot stijgt navenant.
Tegelijkertijd wordt er veel geïnvesteerd in hernieuwbare energie in Duitsland. Met name de subsidies voor zonne-energie en biomassa zijn erg hoog. Een Nederlands gezin betaalt 19 cent per kiloWatt-uur, een Duits gezin 27 cent. Daarvan gaat 5 cent direct als subsidie naar hernieuwbare energie. De totale ondersteuning in 2013 was bijna 21 miljard euro – en dat is zonder dat we versterking van het netwerk tellen, of backup capaciteit, of de waardedaling van huizen in de buurt van windturbines. ...
als er onverwacht veel wind en zon is, dan dumpt Duitsland extra stroom over de grens. Op het eerste gezicht klinkt dat aantrekkelijk, bijna gratis stroom. Het probleem is dat dit de winstgevendheid van conventionele elektriciteitsbedrijven aantast. Zo heeft Essent net besloten de gloednieuwe Claus C centrale maar weer uit te zetten. We hoeven geen medelijden te hebben met de aandeelhouders, maar zonder winst wordt er niet geïnvesteerd. Hernieuwbare energie holt de rest van de sector uit. En hernieuwbare energie kan niet op zich zelf staan. Nog niet. Misschien over twintig jaar. Maar nu niet.
Uit Duitsland komen inderdaad steeds vaker berichten over kleine blackouts en bedrijven die investeren in hun eigen noodgeneratoren. En een ander probleem is ook opgedoken. Vroeger werd elektriciteit opgewekt door een paar grote centrales. Nu zijn er steeds meer kleine bronnen van elektriciteit en die zijn moeilijker te beheersen. Stroom, spanning en frequentie dienen binnen nauwe banden te blijven, en dat lukt minder en minder vaak. Voor gevoelige apparatuur is de verkeerde stroom net zo funest als geen stroom. Duitsland betaalt steeds meer voor steeds slechtere elektriciteit.
Het is daarom niet verwonderlijk dat de nieuwe regering op het punt lijkt te staan de subsidies voor hernieuwbare energie terug te schroeven.
Welke lessen kunnen we trekken uit die Wende? De maatschappij is minder maakbaar dan vele politici geloven. Ondanks investeringen van vele tientallen miljarden euro’s in uitstootbeperking gaan emissies doodleuk omhoog. Modellen laten zien dat klimaatbeleid niet veel hoeft te kosten. De meeste economen staan een lastenverlichting, betaald uit een koolstofbelasting, voor. Dan mag iedereen zelf zien hoe hij zo veel mogelijk op uitstoot kan besparen.
Maar Duitsland koos voor een lastenverzwaring om een subsidie te financieren en heeft daarmee aangetoond dat klimaatbeleid wel degelijk veel geld kan kosten.
Voorop lopen heeft zijn voordelen, maar geef je een slecht voorbeeld, dan is de kans klein dat de rest volgt. Europa slaat zich graag op de borst met haar ambitieuze klimaatdoelstellingen. Beleidsmakers in Peking en Washington prikken daar zo doorheen. Na twintig jaar aanmodderen is het wellicht tijd voor een serieus klimaatbeleid in Europa.
De lessen voor Nederland zijn ook duidelijk. Net als die Wende probeert het energieakkoord een vrije marktsector centraal te plannen. Dat pakt zelden goed uit. De Nederlandse doelstellingen zijn ambitieus, net als de Duitse, en gokken ook op hernieuwbare energiebronnen die nog niet klaar zijn voor toepassing op grote schaal.
En ook in Nederland is het klimaatbeleid een subsidiefontein die betaald wordt uit een lastenverzwaring voor huishoudens en het midden– en kleinbedrijf. Het energieakkoord is te vers om het nu al weer open te breken, en de onderhandelingen waren te pijnlijk. Maar het zal toch anders moeten als we serieus zijn over zowel emissiereductie als betrouwbare en betaalbare energie.
Het zou dan meer in de richting van een koolstofbelasting moeten gaan in plaats van subsidies die bepaalde energiebronnen bevoordelen.
Lees verder hier.
Voorwaar een stevig artikel van Richard Tol! Maar wat het laatste betreft verschil ik toch met hem van mening. Ik ben geen voorstander van een Europese koolstofbelasting. Politiek is die binnen Europa niet haalbaar. En als dat al zo zou zijn, zal de rest van de wereld, die veel meer CO2 uitstoot, niet volgen
Bovendien, wat zou het klimaateffect zijn? De aanhangers van de menselijke broeikashypothese hebben dat berekend. In dit verband wil ik nog maar weer eens onderstaand citaat aanhalen.
In December 1997, Vice President Al Gore asked U.S. Global Change Research Program (USGCRP) scientists to calculate the effects of the implementation of the draft Kyoto Treaty. Tom Wigley [later bekend uit het Climategate–schandaal], one of the program's most prolific authors, responded: 'If all of the nations of the world do what they said they would, the earth's temperature in 2050 will be 0.07°C cooler than it would be if we had done nothing.
Dat effect is zó klein dat het niet kan worden gemeten.
Maar deze uitspraak valt onder de omerta van de klimatologen. Deze cruciale informatie is bewust achtergehouden. Dus daar hebben de meeste mensen, en zelfs politici die over klimaatbeleid beslissen, nooit van gehoord. Zo dat al zo mocht zijn, heeft cognitieve dissonantie verhinderd dat die informatie tot hen doordrong.  
Het Volkskrant–artikel over de slinkse wijze waarop de windmolenlobby met medewerking van de overheid de regelgeving heeft weten om te buigen om een reuzenmolen aan de rand van in Medemblik te plaatsen, is hier te vinden.
Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie hier.
 
 
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten