Nog geen jaar geleden was rechts Europa euforisch. Overal werd gewonnen! Het tij keert zich. In Frankrijk komen de socialisten aan de macht, in Nederland is de rechtse regering gevallen. Wat is er aan de hand?
Het rechtse verval tekent zich al langer af. Vorig jaar december verloor ons politieke heiland, Denemarken, het minderheidskabinet van christen-democraten en liberalen dat gedoogd werd door de Deense versie van de PVV. In het Verenigd Koninkrijk wisten de Conservatieven van David Cameron in 2010 geen absolute meerderheid te halen en werden zij in een coalitie met de centrum-linkse Liberaal Democraten gedwongen. In Tsjechië wankelt de rechtse samenwerking.
Nu matigen rechtse leiders hun toon. De conservatieve en technocratische premier van Italië, Mario Monti, begon vol moed aan bezuinigingen en hervormingen om de begroting op orde te krijgen, maar zelfs hij heeft moeten inbinden in zijn poging om de Italiaanse arbeidsmarkt te liberaliseren. Net als de rechtse Spaanse premier Mariano Rajoy roept Monti de Europese Centrale Bank op om zich flexibeler op te stellen in het opkopen van staatsleningen. Een weinig conservatief standpunt.
De val van het Nederlandse kabinet is emblematisch voor de problemen waar rechts Europa mee kampt. Geert Wilders kon het niet verkroppen "ja" te zeggen tegen bezuinigingen die vanwege een Brussels "diktaat" moesten worden doorgevoerd. Hetzelfde gold voor PvdA en SP. Zij waarschuwen dat als we vasthouden aan de 3 procent norm (zo groot mag ons begrotingstekort ten opzichte van het bruto binnenlands product zijn), de economie moet worden "kapotbezuinigd". De overheid moet juist "investeren", beweren zij. Alsof de afgelopen jaren nog niet genoeg is uitgegeven.
Dezelfde kritiek klinkt in heel links Europa (trouwens ook in de Verenigde Staten): het economisch herstel wordt door bezuinigingen in de kiem gesmoord. De overheid moet "stimuleren". Dat van bezuinigingen in maar weinig landen sprake is geweest, deert deze politici niet. ("Bezuinigen" betekent dikwijls minder uitgeven dan je van plan was, maar nog altijd meer dan vorig jaar.) Dat na de crisis van 2008 juist een stimuleringsbeleid werd gevoerd, waarbij miljarden zo niet tientallen miljarden werden geleend om de economie aan te jagen, nog afgezien van de redding van banken, lijken zij geheel te zijn vergeten. De reden, zegt links, dat de economie krimpt in plaats van groeit is dat we niet genoeg hebben gestimuleerd!
U kent de definitie van waanzin? "Steeds hetzelfde doen en een andere uitkomst verwachten." Dat is het linkse economische beleid: steeds geld lenen en "investeren" en verwachten dat het ooit tot groei leidt.
Helaas zijn er maar weinig rechtse politici die hier kritiek op uiten. Ik hoor Mark Rutte niet uitleggen dat door kapitaal uit de private sector te onttrekken (investeerders beleggen immers liever in "veilige" Nederlandse staatsleningen dan een riskante onderneming; capital is a coward), de overheid het herstel tegenwerkt. Net als David Cameron rept hij over een "kleine, krachtige overheid," maar geen van beiden lijkt daar consequenties aan te willen verbinden. Hoe kan je spreken van "klein" en "krachtig" wanneer de overheid nog altijd maar liefst de helft van alles wat wij met elkaar in een jaar produceren en verdienen, opslokt?
We hebben een half-vrije economie. De andere helft is de staat. Dat is conservatief noch liberaal, maar de zogenaamd rechtse regeringen in Nederland en Engeland hebben er weinig aan veranderd. Bezuinigingen worden vooral uit noodzaak uitgevoerd. Rutte, Cameron, Monti en Rajoy zeggen vooral: "we hebben geen keuze! We moeten wel bezuinigen, anders gaat het land failliet!" Dat is waar, maar weinig inspirerend.
Er schuilt tevens politiek gevaar in deze redenatie. Op het moment dat het beter gaat, zou er geen noodzaak meer zijn tot bezuinigen en kan links rustig andermans geld uitgeven.
Margaret Thatcher won niet driemaal de verkiezingen door het Britse volk voor te houden dat ze niet anders kon dan bezuinigen (en zij bezuinigde echt). Zij overtuigde kiezers ervan dat een kleinere overheid, lagere belastingen en meer persoonlijke en ondernemersvrijheid in het belang van het individu en de Britse economie was. Zij voerde een ideologische strijd. De rechtse leiders van tegenwoordig twisten met links over een paar miljard meer of minder, maar durven het grote debat niet aan. Thatcher zou terecht hebben opgemerkt dat ze er de ballen niet voor hebben.
Foto: Wikicommons