Je zou het verwachten van je best vriend. Maar van iemand die je eerder zou beschouwen als een vijand?
Rechter Carl Fox is op dit moment verwikkeld in een strijd tegen botkanker. Hij heeft dringend behoefte aan een stamceltransplantatie. Onlangs kreeg hij een brief van een misdadiger die hij achter tralies had helpen zetten. De inhoud van de brief verraste de rechter compleet.
De reden? De misdadiger - de 62-jarige Charles Alston - bood zich vrijwillig aan om zijn donor te worden.
Let wel, Fox was de officier van Justitie in de rechtszaak tegen Alston. Alston had een gewapende overval gepleegd. Normaal gesproken word je dan vaak veroordeeld tot een paar jaar cel, maar hij kreeg maar liefst 25 jaar aan zijn broek.
De veroordeelde man legt uit
aan de Huffington Post dat hij kort na zijn veroordeling woedend was op Fox en op alle anderen die betrokken waren bij de zaak tegen hem. Hij vond de straf namelijk veel te hoog.
Sindsdien is hij echter veranderd. Alston heeft zich behoorlijk ontwikkeld in de gevangenis; hij heeft gewerkt aan zijn karakter, gaat naar de kerk, leest boeken en heel veel introspectie gedaan. Het resultaat van dat alles is dat zijn boosheid weg is, hij vrede heeft met zijn lot (dat hij natuurlijk zelf teweeg heeft gebracht) en daadwerkelijk liefde en compassie voelt voor de mensen die hij eerder nog haatte.
Rechter Fox is dan ook zeer geraakt door Alstons brief:
"Hij had alle reden om woedend op me te zijn, gezien waar hij is en de straf die hij kreeg. Daarom betekent het nog veel meer voor me dan normaal dat hij dit aanbod deed."
Het enige slechte nieuws is dat Alston de rechter niet mág helpen; gevangenen mogen namelijk geen donors worden, dat is bij wet verboden in Amerika. Dit komt doordat ze een grotere kans hebben op ziektes dan mensen die in vrijheid leven. Alston is weliswaar gezond, maar dat doet niets af aan de inhoud van de wet.
Desalniettemin is rechter Fox ontzettend geraakt door Alstons gebaar. Hij gaat door een ontzettend moeilijke en zware tijd: botkanker is werkelijk vreselijk. Door Alston voelt hij zich echter gesterkt. Hij hoopt alsnog iemand te vinden die goed bij hem past en die hem wil helpen.
Hopelijk lukt hem dat.