Triest, triester, extreem-links.
Het debat over racisme en
discriminatie begint onderhand wanstaltige vormen aan te nemen. Zo laat Alie de Vries
weten op de Volkskrant.nl dat gerenommeerd historicus Bas Kromhout onlangs te horen kreeg van de racismeroepende meute dat hij wat dit onderwerp betreft "
als witte" totaal geen recht van spreken had. In normale tijden zouden we dat natuurlijk een buitengewoon racistische en discriminerende opmerking vinden, maar in het Nederland van 2017 moeten we ons daar maar aan laten leunen. Witten zijn namelijk
de duivel, mensen met een andere huidskleur, daarentegen, zijn stuk voor stuk lieve, kleine engeltjes.
De Vries -- die voormalig docent
geschiedenis is en dus weet waar ze het over heeft -- heeft daar onderhand helemaal genoeg van. Ze schrijft:
De anti-racismebeweging heeft vooralsnog geen enkele last van die discussie. Tegengeluiden worden, vaak al na de eerste zin, weggezet als 'white supremacy', 'white ignorance' of 'gebrek aan kennis.'
Ik vrees dat we daar voorlopig niet vanaf zijn, want als we uit de geschiedenis iets weten over dogma's dan is het dat de aanhangers hun dogma niet als dogma ervaren, maar als absolute waarheid. Historici weten doorgaans beter.
Radicaal-links maakt het wel héél bont als geschiedenisleraren nu in opstand komen tegen de extreemlinkse framing van het slavernijverleden van Nederland én andere landen. Zoals zijzelf terecht opmerkt werd er tijdens Keti Koti bijvoorbeeld een documentaire uitgezonden over het "slavernijverleden" van rapper Typhoon. Maar omdat hij zwart is werd gemakshalve maar even verzwegen dat hij afstamt van slavenhouders.
Jawel dames en heren, er waren vroeger ook zwarte slavenhouders. Sterker nog, verreweg de meeste Afrikaanse slaven werden aan Europeanen uitgeleverd door slavenhoudende mede-Afrikanen.