Een commissie van de Raad voor Cultuur heeft een advies rapport geschreven voor minister Van Engelshoven. In het rapport schrijft men dat koloniale collecties 'historisch onrecht' vormen. Zij vinden het dan ook niet meer dan schappelijk dat collectes, waarbij 'roof' vaststaat, onvoorwaardelijk teruggegeven wordt.
De uitslag van de commissie is natuurlijk niet geheel verrassend. Een stel gutmenschen die baden in femelarij. In dat opzicht is het rapport niet heel 'bijzonder'.
Toch is het interessant om te zien wat minister Van Engelshoven gaat doen met de adviezen uit dit rapport. De afgelopen jaren hebben de antiracisten aanzienlijk aan invloed gewonnen, dus het zou zo maar kunnen dat dit advies compleet wordt overgenomen.
Juridisch gezien is de diefstal van de koloniale kunst verjaard, daarom adviseert de commissie om niet naar juridische verzoeken te kijken maar dit vanuit een ethisch gebaar te doen. Nederland moet het gesprek aan gaan met andere landen waar de kunst vandaan komt.
„Waak, met andere woorden, voor een neokoloniale herhaling van het verleden waarin vooral eigen opvattingen, gevoelens, normen en waarden de leidraad zijn voor het handelen.”
Volgens de commissie is de tijd rijp om serieus na te denken over de koloniale kunst, want het zou veel 'ongemak' opwekken dezer dagen.
„Een ongemak dat samenhangt met veranderingen in de manier waarop men in Nederland naar het koloniale verleden kijkt en die je ook kunt tegenkomen in discussies over bijvoorbeeld Zwarte Piet, over de standbeelden van kolonisten op Nederlandse pleinen en over de straten, tunnels en scholen die naar hen zijn vernoemd.”
Ook historicus Piet Emmer bemoeit zich met deze discussie. Hij vindt het niet meer dan normaal dat de kunst terugkeert naar het land van herkomst, mits zij geschikte musea hebben om de kunst op te stellen of bewaren.
Emmer deelt niet in alles de mening van de commissie. Zo vindt hij dat er geen sprake is van gedane onrecht, en met de term roofkunst heeft hij niks.
„Ik zou het willen omdraaien. Dankzij ons zijn deze objecten bewaard gebleven! In Egypte bouwden de boeren een schuur van de archeologische vondsten. Dankzij, alweer, de Britten, kunnen wij die nu nog zien. We weten natuurlijk niet hoeveel waarde men in het verleden in Mali of Benin, of waar dan ook, hechtte aan die spullen. Ze mogen ons wel dankbaar zijn, dat wij het hebben meegenomen en onderhouden.”