De politieke ontwikkelingen betekenden voor de derde maal in vier jaar tijd (2009, 2010, 2012) dat besluitvorming en beleid met betrekking tot hervormingen en aanpassingen, die nodig zijn om de financieel-economische problematiek ten principale aan te pakken, gedurende geruime tijd vrijwel stil kwamen te liggen, behoudens fiscale maatregelen nodig om het verder oplopen van het tekort te beperken (btw-verhoging). Dit vormt niet alleen een vertraging in de noodzakelijke aanpassing, maar betekent ook dat Nederland verder achter raakt in een Europa dat zelf steeds verder achterop raakt in de economische en politieke verschuivingen in de wereld. Het betekent ook dat de problematiek verder toeneemt. Het jaar 2012 was het vierde jaar na de aanvang van de financieel-economische crisis in de Verenigde Staten en Europa eind 2008. In die vier jaar is de Nederlandse economie niet gegroeid, maar is de publieke sector in relatieve zin wel verder toegenomen (van 38,7% naar 42,8% BNP) en is de staatsschuld met 100 miljard gestegen tot 71,4% BNP.