Het rituele jaarlijkse gezeur over het feit dat Bohemian Rhapsody van Queen op één staat in de Top 2000 is weer begonnen. Jottem!
Natuurlijk hadden de muziekliefhebbers in mijn vriendenkring al eerder chagrijnige reacties op mijn Facebook-profiel achtergelaten (zij hadden liever plingplonkplonk-muziek van Underworld-achtige bands of jankerige gitaarmuziek van slaapverwekkende singer/songwriters hoog zien eindigen). Vandaag dan echter ook maar in de publiciteit: Spits plaatste een artikel waarmee het gratis krantje in zo'n 400 woorden één van de beste rockbands allertijden probeerde af te serveren.
Aan het woord was een clubje academici met de mening dat het zo niet langer kon, met Queen op nummer één. Naar goed voorbeeld van hun collega Diederik Stapel gingen de geleerden vervolgens aan het werk om zo selectief, manipulatief en zelfs leugenachtig te werk te gaan als maar mogelijk. En dat allemaal om hun eigen opdringerige anti-Queenhypotheses bevestigd te krijgen.
Een bescheiden bloemlezing:
Toen er gisteren op het symposium de Top 2000 onder Professoren gevraagd werd naar de favoriete nummers van mensen in de zaal, noemde niemand Queen. Toch staat de band op nummer een in de populaire lijst.
Joh, gek hè? Zou het wellicht komen omdat de professoren geen significant deel uitmaken van de Nederlandse bevolking. Als een klein zaaltje vol hoogleraren zegt niet op Queen te hebben gestemd voor de Top 2000, dan zegt dat helemaal niets. Gewoonweg een te kleine deelpopulatie om de hele populatie te domineren. Dat is niet alleen meer dan logisch; het is echt 'statistiek voor dummies.'
Dan komt er een 'kunstsocioloog' (ehm, weet u wat dat is?) aan het woord:
Ik zou graag zien dat er meer discussie komt in programmas als de Top 2000, zodat die wat meer diepte krijgt. Dus niet aan iedereen vragen wat voor nummers ze leuk vinden, maar ook waarom ze het zon goed nummer vinden. Volgens Abbing zou de lijst dan ook minder in beton gegoten zijn.
Ten eerste is het principe al fout. Als de uitkomst van een vraag je niet bevalt, dan betekent dat niet dat de realiteit niet klopt, maar dat het beeld van de realiteit dat je in je hoofd hebt niet klopt. Dan moet je dus dat beeld bijstellen, en niet met het onderzoek gaan rommelen net zo lang tot je de 'gewenste' uitkomst eruit hebt gefraudeerd.
Ten tweede klopt de bewering niet: bij ieder van de vijftien nummers waar je op kon stemmen bij de Top 2000 kon je een uitgebreide motivatie achterlaten. Dat wat de kunstsocioloog zo graag ziet wordt dus echt al jaren gedaan.
Maar de beste man gaat door met onzin beweren. Als uitsmijter gooit de academicus er nog eventjes dit doorheen:
Door het gebrek aan nieuwe aanwas lopen muziekliefhebbers veel goede recente muziek mis, stelt. Abbing: Zelf zou ik graag op James Blake stemmen, zonde dat hij er niet in staat.
Nieuwe muziek maakt geen kans genoemd te worden aldus deze Abbing. Ah, vandaar dat Coldplay - in de afgelopen tien jaar grote beroemdheid verkregen - al ieder jaar zo hoog eindigt en dat dit jaar Adèle met Someone Like You helemaal op nummer zes nieuw kon binnenkomen.
Uit alle flauwe commentaren van deze academici spreekt een elitaire houding. Zij weten wel wat het volk écht voor muziek wil horen. Geen Queen dus, ondanks dat deze band onder zo'n drie miljoen stemmers de vaakstgenoemde artiest was, maar muziek die de nog op te richten Cultuurkamer van de kunstsociologen wel even voor u voorschrijft. U kent James Blake waarschijnlijk helemaal niet, maar u vindt het leuk. Bij deze!
Gelukkig is bovenstaand scenario een fictie. U heeft gewoon de vrijheid om op de beste rockband allertijden te stemmen, en dat al zo'n tien jaar lang. Hulde aan de Nederlandse bevolking die goede muziek weet te waarderen, jaar na jaar.
Bron foto: Wikimedia Commons / Carl Lender