Steeds meer PvdA'ers lijken Dalrymple te omarmen.
De rellen in Engeland hebben nare gevolgen gehad, zowel op materieel als op immaterieel gebied. Het lijkt dan ook moeilijk om uit die verschrikkelijke paar dagen van bandeloos geweld en vandalisme iets positiefs te halen.
Wat in ieder geval wel als 'prettig' valt te betitelen is de algehele doorbraak van het werk van de Britse conservatieve essayist Theodore Dalrymple. Reeds eerder schreef ik een aantal maal lovende woorden over zijn vlijmscherpe maatschappijkritiek, die door links vaak met enig dedain aan de kant wordt geschoven. In dat laatste lijkt nu echter verandering te komen.
Zo schrijft Rodney Weterings, PvdA-wethouder in Den Bosch, vandaag in het Brabants Dagblad een lovend stuk over Dalrymple. Daarin beschrijft Weterings ten eerste voornoemd dedain van links maar concludeert dan toch dat 'links niet [kan] ontkennen dat er spannende contra-indicaties zijn die de cultuurkritiek van Dalrymple acceptabel maken.' Weterings:
Ook wordt steeds duidelijker dat Dalrymples cultuurkritiek weliswaar meedogenloos is, maar in de kern ook liefdevol. Hij strijdt voor kansen voor jonge mensen, voor fatsoenlijk onderwijs, voor gezonde persoonlijke ontwikkeling, voor geborgen gezinssituaties. Hoe erg kun je daar nou tegen zijn? En in alle eerlijkheid: hoe goed sluit ons onderwijs-, zorg- en hulpverleningsaanbod altijd aan bij de politiek breed gedeelde wens om mensen aan de onderkant zo veel mogelijk op eigen kracht mee te laten doen aan de samenleving? En zo de boel bij elkaar te houden?
Waar Weterings' stuk en zijn omarming van Dalrymple enigszins lijkt te zijn ingegeven door de Engelse rellen, was er eerder dit jaar (dus vóór de rellen) ook al een PvdA'er die onomwonden zijn bewondering voor Dalrymple uitsprak. Begin juni schreef Erik van Ophoven in de Volkskrant een stuk getiteld 'PvdA, kies voor realisme, kies voor Dalrymple.' Van Ophoven schrijft in dat stuk dat 'de PvdA maar geen positie kan kiezen tussen naïef links en realistisch links. Tussen pakweg de zienswijze van Van Dam en die van Dalrymple, dus tussen Dam en Dal.' En aan het eind van zijn stuk roept Van Ophoven zijn partij dan op om Van Dam te dumpen en Dalrymple te omarmen.
De PvdA als politieke thuishaven voor Dalrymples gedachtegoed, klopt dat wel?