De Partij weet wat goed voor u is: een patatverbod!
De Partij van de Arbeid heeft weer eens een goed idee: tot twee uur 's middags mogen ondernemers geen vette hap aan leerlingen verkopen. De vrije markt in etenswaar maakt namelijk onze kinderen vet en bovendien wordt er nog geld aan verdiend ook. Smerig. Daar moet iets aan gedaan worden.
Het Amsterdamse raadslid Maarten Poorter
schrok zich een hoedje toen hij een middelbare school bezocht. Terwijl de schoolkantine zijn uiterste best deed om gezonde broodjes aan de leerlingen te slijten, zaten dezen doodleuk in de kantine aan de shoarma en Turkse pizza's van de kebabzaak om de hoek. Dat kan natuurlijk niet: die o-zo-sympathieke schoolkantines komen in financiële problemen en onze kinderen worden
vet.
Nu zouden we ouders kunnen stimuleren hun kiddo's met een lekkere gezonde boterham de deur uit te sturen en te zorgen dat hun kroost niet zo zwemt in het geld dat ze dagelijks de snackbar bezoeken. Maar dat is een veel te positieve aanpak voor een partij die bestaat bij gratie van het protest. Daarom grijpen ze liever naar het oude vertrouwde verbod.
Het idee is dat snackbars rond middelbare scholen een conventant tekenen, waarin ze beloven pas na de schoolpauze hun ongezonde waar te verkopen. Het zal me benieuwen of er een zaak is die hieraan gehoor gaat geven. Ik zou weigeren, dat weet ik wel.
Op deze manier worden ondernemers gestraft voor de gebrekkige opvoeding van de hedendaagse jeugd. Natuurlijk, het is niet makkelijk om een puber ervan te overtuigen om de Döner te weerstaan en in plaats daarvan de tanden te zetten in een bruine boterham. Maar wanneer ons kroost hier stelselmatig verkeerde keuzes in maakt, is dat de verantwoordelijkheid van de opvoeders en niet van de snackbarhouder om de hoek.