Want Samsom is in staat om een comeback te maken. Aldus Spekman.
De man met de geitenwollensokken én -truien,
Hans Spekman, wil dat
Diederik Samsom bij nieuwe verkiezingen gewoon weer de lijsttrekker is van de
PvdA. Dat is een opvallende uitspraak aangezien de PvdA op dit moment rond de 10 zetels staat in de peilingen, wat er virtueel 28 minder zijn dan de partij bij de laatste verkiezingen behaalde. En velen geloven dat dit voor een groot deel te wijten is aan het kabinetsbeleid, waarvan Samsom de architect is.
Spekman vindt dat allemaal
maar flauwekul:"Ik vind dat wij als Partij van de Arbeid te snel mensen opbranden. Ik denk dat hij alles in zich heeft om een comeback te maken."
Eerder liet vicepremier
Lodewijk Asscher, die door Jan en alleman gezien wordt als Samsoms meest waarschijnlijke opvolger, al weten dat hij Samsom ook steunt. In werkelijkheid doet hij dat natuurlijk helemaal niet, maar ja, als hij zegt dat hij geen vertrouwen meer heeft in de fractievoorzitter van de partij kan hij zijn eigen politieke toekomst ook meteen op zijn buik schrijven. De man met het mes wordt in de
politiek immers altijd bestraft, zelfs als iedereen hem dankbaar is voor zijn daad.
Aangezien het ongelooflijk slecht gaat met de PvdA is het een beetje vreemd dat Spekman Samsom nog steeds zo duidelijk steunt -- en voor zover ik weet doet hij dat niet alleen voor de schermen, maar ook erachter. Toch is dat wel te verklaren:
De voorzitter is onlangs begonnen aan zijn tweede termijn. Hij zegt dat hij hoe dan ook wil aanblijven, ook als zijn partij bij de verkiezingen zo hard onderuit gaat als nu in de peilingen.
Met andere woorden, door zich hard te maken voor Samsom verdedigt Spekman feitelijk zichzelf.
En dat is natuurlijk de ware reden waarom hij achter Samsom blijft staan. Net als de fractieleider was de voorzitter een prominent voorstander van de coalitie met de VVD. En net als Samsom heeft Spekman veel invloed gehad op het kabinetsbeleid. Als de één valt zal dat vrijwel zeker ook voor de ander gelden. En dat wil Spekman natuurlijk niet.