Het "Huis van de Europese Geschiedenis" is bedoeld om de gezamenlijke Europese erfenis te benadrukken – en de Europese Unie te verheerlijken.
Dat het Europees Parlement niet bepaald zuinig omspringt met ons belastinggeld, was allang bekend. Toch verbazen de Brusselse parlementariërs met weer een nieuw dieptepunt: een nieuw museum om de Europese Unie te promoten kost maar liefst 56 miljoen euro. Een bizar bedrag natuurlijk, vooral omdat dit "museum" in feite een propagandavehikel is om de EU te verheerlijken. De initiatiefnemer van het museum, voormalig voorzitter van het Europees Parlement Hans-Gert Pöttering, geeft dat zelf toe:
"In 2017 zien we de opkomst van nationalisme in veel Europese landen," zegt de Duitse eurofiel. En dus is het "belangrijk dat we de Europese geschiedenis herinneren. Waar het toe leidt als landen zeggen 'wij zijn het beste'. Dat leidt tot oorlog."
Het museum heeft dus een duidelijk politiek doel, waarmee het de benaming "museum" eigenlijk onwaardig is. Normale musea hebben namelijk geen politieke doelstelling maar laten ons kunst zien, of belichten een bepaalde historische periode. Het is ongewoon dat de educatieve taak van een museum zo openlijk wordt ingezet voor politieke doeleinden. Ook europarlementariërs maken zich kwaad over het propagandamuseum:
„Het is de schaamte voorbij, een pathetische vorm van propaganda”, briest PVV-Europarlementariër Olaf Stuger. Ook de SP zit met prijzige museum, een ideetje van voormalig voorzitter van het Europees Parlement Hans-Gert Pöttering en betaald uit de begroting van datzelfde parlement, in z’n maag.
„Hier is niet zakelijk onderhandeld. Een stel volstrekte amateurs gaat de regie voeren over een museum”, zegt SP-Europarlementariër Dennis de Jong. „Waarom is niet met de stad Brussel of met België over de kosten gesproken? Brussel heeft er nu een gratis trekpleister bij.” Bovendien, vindt ook hij, dat „dit riekt naar propaganda.”
Zelfs eurofiele partijen zoals D66 en de VVD keren zich tegen het museum: zij vinden dat een parlement geen museum hoort te financieren. En al helemaal niet als dat museum 56 miljoen euro kost. Het is natuurlijk te schandalig voor woorden dat geld van hardwerkende Nederlandse belastingbetalers wordt verkwist aan zo'n propagandamuseum. Dat geld had beter kunnen worden gebruikt om de belastingen te verlagen, of om onze ouderen goede zorg te geven. Maar de leden van het Europees Parlement zijn zó losgezongen van de werkelijkheid dat ze liever geld uitgeven aan een belachelijk museum dan aan dingen die burgers écht nodig hebben.
Het museum gaat deze week open en is gevestigd in een voormalige tandheelkundige kliniek. De kliniek is geheel verbouwd voor de nieuwe bestemming, en daarbij zijn kosten noch moeite gespaard. Zo omvat het nieuwe museum een prachtig glazen plafond, een chic trappenhuis en deze kunstzinnige spiraal:
Zo zie je maar weer: propaganda mag wat kosten! Het is toch uw belastinggeld maar!