1. Home
  2. Politieke midden ontkomt niet aan radicale oplossingen

Politieke midden ontkomt niet aan radicale oplossingen

Geen categorie02 sep 2014, 18:59
Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa zien we dat de gevestigde partijen verzwakken.
Soms in een duizelingwekkend tempo (zie bijvoorbeeld de teloorgang van de Franse Parti Socialiste of de PvdA bij ons). Tegelijkertijd zien we de opkomst van wat wel genoemd wordt “populistische” partijen of radicale partijen. Bij de laatste verkiezingen voor het Europese parlement was dit duidelijk zichtbaar, met name de opkomst van partijen als UKIP  (Engeland), Front National (Frankrijk), of de Italiaanse Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo. In Nederland zien we SP en PVV als sterke flankspelers.
In dit artikel wil ik de lezer niet vermoeien met een nadere analyse van deze partijen en of we ze nu moeten zien als radicaal-links of radicaal-rechts (vaak zijn ze beide tegelijkertijd). Overigens is wel een gemene deler tussen veel partijen die nu opkomen in Europa, dat ze zich sterk afzetten tegen “de elite”, die het beste maar naar huis kan worden gestuurd. Misschien slaat dit argument in Nederland iets minder sterk aan dan in Italië of in Engeland, omdat we hier nog de LPF-perikelen in 2002 en 2003 op het netvlies hebben staan. De nieuwe politici maakten er toen een dermate grote puinhoop van, dat de kiezer al snel heimwee kreeg naar de oude “regentenkliek”.
Ik wil dit keer de vraag stellen, of de gevestigde partijen überhaupt nog te redden zijn. Of, om het wat minder dramatisch te formuleren: wat zouden de gevestigde partijen moeten doen (in Nederland hebben we het dan vooral over VVD, CDA, PvdA en D66) om de teloorgang te keren? In de oppositie kunnen deze partijen nog een vrij aangenaam leven leiden door slim gebruik te maken van de media, maar zodra ze in de regering komen gaat het vaak hard achteruit.
Nu zou je zeggen: voer een goed beleid en de kiezer zal het belonen. Maar dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Ten eerste hebben we te maken met een diepgaande financiële crisis, waardoor de politiek binnen heel beperkte marges moet werken. Ten tweede, hebben we te maken met fenomenen als bureaucratisering, juridisering van maatschappij en overheid, en de teloorgang van onze “high trust society”, waar ik al enkele artikelen aan gewijd heb.
De politiek is gebonden aan een heel netwerk van internationale verdragen (die ze overigens zelf afgesloten hebben) en ook aan het doen en laten van de rechterlijke macht in eigen land. Zelfs het Sinterklaasfeest ontkomt niet meer aan rechterlijke bemoeienis! Dit kunnen we goed illustreren aan het asielbeleid. Keer op keer loopt het weer uit de hand met de aantallen asielzoekers, ondanks de mooie woorden van politici zowel ter rechterzijde als ter linkerzijde.
 In de praktijk blijkt de politiek vaak onmachtig om het aan de kiezer beloofde beleid uit te voeren. Enerzijds omdat internationale verdragen (Vluchtelingenverdrag, Schengen, andere EU-wet- en regelgeving) nu eenmaal niet zomaar opzij gezet kunnen worden. En dan komt ook nog eens de Nederlandse rechter eraan te pas, waardoor asielzoekers soms jarenlang procedures kunnen traineren. En als het asielverzoek uiteindelijk wordt afgewezen, doet zich een menselijk drama voor, omdat de kinderen van de asiezoekers zijn ingeburgerd tot Nederlands denkende en pratende wezens. Waardoor we toch maar besluiten tot het zoveelste pardon. Een vicieuze cirkel.
Iets dergelijks geldt voor de euro-problematiek. Eigenlijk begrijpt heel weldenkend Nederland dat de euro een onding is dat ons steeds meer van onze welvaart kost, een gebed zonder einde, waarbij de rekening alleen maar oploopt. Ik vermoed dat zelfs onze toppolitici, als ze tenminste niet helemaal van het padje zijn, dit begrijpen en misschien ook wel met elkaar bespreken in de beslotenheid van de borreltafel. Maar hoe kom je er weer vanaf, dat is de vraag die zij zich misschien ook stellen, hoe spring je  van een rijdende trein zonder zelf te verongelukken?
Zolang onze gevestigde politici, de zogenaamde “elite”, hier geen antwoord op kan geven en telkens maar om de hete brij heen blijft draaien, zullen radicale of populistische (of hoe u het ook wilt noemen) partijen blijven groeien, tot het een keer fout gaat. De burger is het op enig moment zat en steeds meer mensen stemmen op een partij ,niet omdat ze het met programma eens zijn, maar uit onvrede of omdat ze een “proteststem ”willen laten horen. Naar mijn mening zijn er twee grote “dossiers” waar de kiezer nu echt behoefte heeft aan klare wijn. Dat is ten eerste het immigratie/integratie dossier en ten tweede het euro dossier.
Nederland heeft een periode van massale immigratie achter de rug en hoe je het ook wendt of keert (ik behoor zelf tot de gematigden in dit opzicht), het land snakt naar een adempauze op het vlak van  immigratie, ook om (eindelijk) te kunnen werken aan een betere integratie van nieuwkomers. Als de afgelopen zomer iets heeft duidelijki gemaakt, dan is het wel dat de integratie van immigranten in West-Europa met enorme problemen gepaard gaat, die de politiek boven het hoofd groeien.
Gevestigde partijen zullen hun beste denkers aan het werk moeten zetten en met werkbare oplossingen komen, waarbij onconventionele wegen (zoals het opzeggen van verdragen en/of het aanpassen van nationale wetgeving) niet langer buiten de discussie gehouden kunnen worden. Doen we dat niet, dan zou onze rijdende trein wel eens heel hard van de rails kunnen lopen.
 
 
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten