Broeva, Haro! Geert Wilders is gisteren dus vrijgesproken. Fantastisch nieuws voor de Nederlandse democratie (of, beter gezegd, liberale rechtsstaat).
Een mens behoort niet in de gevangenis te belanden (of een fikse boete aan zijn broek te krijgen) omdat hij iets zegt dat anderen 'beledigend' en 'kwetsend' vinden. Simpel. Punt. Einde debat.
Prima dus dat de rechtbank de PVV-leider heeft vrijgesproken. Heel goed.
En toch zit het vonnis mij niet helemaal lekker. Niet omdat ik stiekem zou willen dat Wilders tóch gestraft zou worden, maar omdat de rechtbank een onderscheid maakt tussen politici en (gewone) burgers.
Volgens de rechter hebben politici namelijk meer rechten dan u en ik. Wilders' uitlatingen zouden 'op de grens' van het toelaatbare zijn gezegd voor een politicus. Als hij een gewone burger was geweest waren sommige uitspraken schijnbaar echter wél over de grens zijn geweest.
Waarom? Vanwaar dit onderscheid? De vrijheid van meningsuiting dient voor iedereen hetzelfde te zijn. Een politicus is niet wezenlijk anders - of belangrijker - dan mensen die wérken voor hun geld.
De rechter onderbouwde de mening dat volksvertegenwoordigers beschermd moeten worden door te stellen dat zij uitspraken doen in de context van 'het publieke debat'. Nou, mooi. Maar geldt dat dan niet voor zogenaamde opiniemakers, zoals journalisten, columnisten, bloggers en presentatoren?
En als dat inderdaad ook geldt voor die groepen, waarom dan niet voor hun lezers- / kijkerspubliek?
Het motto van de varkens in 1984, all animals are equal, but some animals are more equal than others, is tegenwoordig blijkbaar het fundament van het Nederlandse rechtssysteem.
Ja, hoe meer ik nadenk over de redenering van de rechtbank, hoe ongemakkelijker ik me erover voel.
Laten we hopen dat de VVD en de PVV er de komende maanden in slagen een wet door het parlement te loodsen dat de vrijheid van meningsuiting uitbreidt voor iedereen, want blijkbaar kunnen u en ik die extra bescherming wél gebruiken.