Ronald Plasterk had ons al eerder uitgeleverd (namelijk aan het ESM).
Eigenlijk wilde Ronald Plasterk minister van financiën worden, maar die post kreeg Jeroen Dijsselbloem, vertrouweling van Samson. Plasterk kreeg binnenlandse zaken. Dat departement werd eerst goeddeels uitgekleed. Belangrijke taken op het gebied van politie, immigratie, asiel en integratie gingen van binnenlandse zaken over naar justitie. Inlichtingendiensten mocht hij wel houden. Plasterk ging dus over afluisteren, maar erg zorgvuldig ging hij niet met dat afluisteren om, weten we nu. Hij, of zijn geheime dienst, of die van zijn collega Hennis, heeft afgeluisterde gegevens doorgegeven aan de Amerikanen. Hij weet zelf niet zo precies wie wat gedaan heeft, het onderwerp kon hem kennelijk maar matig interesseren.
Wat niet iedereen zich nog zal herinneren is dat Plasterk een geschiedenis heeft met het uitleveren van ons eigendom. Zo was hij uiteindelijk, als woordvoerder van zijn partij, de PvdA, degene die Nederland aan het Europese permanente noodfonds (ESM) heeft uitgeleverd. Het ESM, als bekend, voorziet in de financiering van EU-landen die door de markt niet meer als kredietwaardig worden bevonden. Dit fonds is in strijd met het oorspronkelijk principe van het stabiliteitspact dat landen die hun begroting niet op orde hebben, hun problemen zelf moeten oplossen.
Het was het voorjaar van 2012; er regeerde een minderheidskabinet (CDA,VVD) met gedoogsteun van Geert Wilders (PVV). Die gedoogsteun gold niet het noodfonds: Wilders had (en heeft) het niet op de EU. Dus was er zonder de steun van de PvdA geen parlementaire meerderheid voor dit fonds. Volgens Ronald Plasterk, toen woordvoerder namens zijn partij, was het echter onverantwoord als politieke partijen in Nederland het ESM zouden blokkeren. Hoewel er over de acties van dit noodfonds in feite buiten het Nederlandse parlement om wordt beslist door een bureaucratische organisatie, dacht Plasterk dat het Nederlandse parlement wel zou kunnen ingrijpen in het handelen van de ESM. In theorie wel, maar in de praktijk niet. Voor de normale gang van zaken wordt door de zogenaamde gouverneurs (de ministers van financiën van de deelnemende landen) onder unanimiteit beslist. Dit suggereert maximale invloed van het Nederlandse parlement. Als er echter een spoedprocedure vereist is, vervalt het vetorecht en kan Nederland steunverlening niet tegenhouden. Het parlement heeft dan geen invloed meer op het beleid van het ESM. Het ESM is inmiddels te groot geworden voor Nederlandse parlementariërs en de EU dreigt, mede dankzij het ESM, een economische unie te worden waar permanente geldoverdrachten plaats vinden naar landen die hun begrotingsbeleid niet op orde krijgen.
De PvdA was in het parlementaire ESM-debat de beslissende partij. Plasterk had daarom ratificatie van het ESM-verdrag kunnen weigeren, of, minstens had hij in het debat nadere beperkingen in de handelingsvrijheid van het ESM kunnen eisen. Dit deed hij allemaal niet. Het resultaat is dat Nederland niet meer van het ESM af kan komen en dat ook de bijdrage die Nederland aan het startkapitaal van het ESM heeft geleverd, niet meer door het parlement beïnvloed kan worden.
Zo heeft Plasterk een cruciale rol gespeeld bij het inleveren van parlementaire beslissingsbevoegdheid aan een EU-orgaan. Het is een kwestie van smaak waarschijnlijk, maar mij lijkt het inleveren van telefoontaps bij de VS toch minder ernstig dan het inleveren van budgetrecht aan een bureaucratisch EU-orgaan.