Het kabinet is geen voorstander van het bewapenen van NS-personeel. Dat laat minister Ard van der Steur (Justitie) vandaag weten in een brief aan de Tweede Kamer. Dit is opvallend omdat een meerderheid in de Tweede Kamer eerder aangaf dat het wilde dat het kabinet zou onderzoeken of dit mogelijk was.
Het idee was om de honderden toezichthouders van de NS, die op verschillende stations patrouilleren, in staat te stellen om in te grijpen als er problemen zijn met passagiers. VVD-Kamerlid Ockje Tellegen wilde hen bijvoorbeeld uitrusten met pepperspray of een wapenstok. Volgens critici niet bepaald indrukwekkende wapens, maar voor het kabinet gaat dit toch een stap te ver.
Van der Steur ziet echter, na overleg met het ministerie van Infrastructuur, de NS en de vakbonden, af van deze maatregel. Volgens hem kan een geweldsmiddel helpen, maar kan dit er ook toe leiden dat het geweld juist escaleert. Dat zou voor de beveiliger en de medepassagiers risico met zich meebrengen.
De minister voegt daar aan toe:
"Ook zou het geweldsmiddel afgepakt kunnen worden en vervolgens tegen de conducteur en andere reizigers worden gebruikt."
Wel wil het kabinet ervoor zorgen dat er meer politieagenten aanwezig zijn op de twintig grootste stations in ons land. Daar komt bij dat gewelddadige passagiers tegenwoordig een stationverbod kunnen krijgen, dat er meer conducteurs worden ingezet op zogenaamde risicolijnen, en de chip-poorten sneller dichtgaan. Tenslotte wordt het cameratoezicht ook aangescherpt.