Peiling: meerderheid Nederland wil referendum over TTIP

Na de Nederlandse afwijzing van het EU-associatieverdrag met Oekraïne is de Transatlantic Trade and Investment Partnership, oftewel TTIP, het volgende verdrag waarover een referendum zou kunnen worden afgedwongen. Het handelsverdrag tussen de EU en de Verenigde Staten zou veel handelsbarrières tussen Europa en Amerika wegnemen, maar sommige provisies krijgen kritiek. Zo menen critici dat multinationals te veel invloed krijgen door het verdrag.

Is die kritiek genoeg om het verdrag te onderwerpen aan een referendum? Nederlanders lijken er positief tegenover te staan: in een peiling van TNS Nipo steunt 43 procent een referendum over TTIP, terwijl 23 procent een referendum afwijst. 34 procent zegt niet te weten of ze een referendum over het verdrag willen. Als dat zo blijft, zou een nieuw referendum best realiteit kunnen worden. Mocht zo'n volksraadpleging er inderdaad komen, is de uitkomst onzeker: 29 procent zegt TTIP te steunen, 31 procent is tegen het verdrag. De grootste groep, 39 procent, zegt het niet te weten of zegt niet te gaan stemmen.

Dat is een ander beeld dan bij het referendum over Oekraïne, waar een duidelijke meerderheid tegen het associatieverdrag was. Maar die 39 procent die het nu nog niet weten, kan in de komende weken en maanden natuurlijk van mening veranderen zodra ze meer weten over het verdrag. De peiling wijst uit dat een meerderheid negatiever wordt over TTIP zodra ze er meer informatie over krijgen. Het zou dus zomaar kunnen dat na het verdrag met Oekraïne ook TTIP naar de prullenbak wordt verwezen door de Nederlandse kiezer.