Eén van de belangrijkste elementen bij het vormen van facties en partijen is het beoogde doel. In een tijd waarin we gewend zijn dat partijen in de eerste plaats een bepaalde ideologie uitdragen, is dat niet per sé logisch. Die ideologie lijkt niet altijd een direct verband te hebben met de belangen van de partijgangers.
Goed verdienende academici die zich socialist noemen, en strijden voor een zekere mate van gelijke beloning, het heeft iets kunstmatigs, en wekt terecht achterdocht. Dat ze zichzelf zien als voorhoede, en daarom zich gerechtigd voelen meer dan gemiddeld te verdienen, maakt dit in zekere zin lachwekkend, goede bedoelingen ten spijt. Als je dat gaat vergelijken met de manier waarop de partijvorming in de middeleeuwen plaatsvond, is dat kristalhelder.
In een feodale maatschappij ligt de nadruk vooral op de verovering en vererving van rechten en voorrechten. Daar is niets democratisch aan, wat niet wegneemt dat met het ingewikkelder worden van de feodale maatschappij ook enige partijvorming plaatsvond. speciaal in feodale staten die een vrij strakke organisatie kenden zie je dat terug. Het Duitse Heilige Roomse Rijk verviel dank zij de strijd tussen Welfen en de Hohenstaufen tot een bestuurlijke anarchie, terwijl in Italië tegelijkertijd hun partijnamen evolueerden tot een aanduiding of men de Duitse keizer dan wel de paus steunde als hoogste macht in de christelijke wereld, en in Italië niet te vergeten.
Een van oudsher dynastiek gevecht evolueerde aldus tot een strijd die bepalend was voor de inrichting van de middeleeuwse maatschappij. De rol van zowel de paus als de zich ontwikkelende steden werd hierdoor enorm versterkt, de keizerlijke macht raakte sterk in verval. Desondanks bleek de paus zonder de keizer als zowel partner als tegenwicht niet in staat zijn positie verder te versterken. Steden zowel in Duitsland maar vooral in Italië profiteerden het meest.
Wie zich het geschiedenisonderwijs over de Nederlandse geschiedenis nog herinnert, zal snel terugdenken aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Ook deze van oorsprong dynastieke worsteling evolueerde tot een conflict waarin vooral de steden hun positie wisten te verbeteren. Ook elders in wat nu Nederland is vormden zich dergelijke partijen, zoals in Noord-Nederland de Schieringers en de Vetkoopers, en in Vlaanderen de Leliaarts en de Klauwaarts, welke namen verwezen naar hun respectievelijke trouw aan de Franse Lelie (Vlaanderen maakte deel uit van Frankrijk), en de Vlaamse Leeuw (van het graafschap).
Hoewel de partijen vaak diffuus waren als het aankwam op wie trouw was aan wie, is het vrij eenvoudig te concluderen dat de adel in de eerste plaats voordeeltjes dacht te kunnen verkrijgen bij de een of andere partij, en dus ook nog wel eens van zijde wisselde. Buren behoorden in de regel tot verschillende partijen, om onder de vlag van een groter conflict lokaal voordeel te kunnen behalen. Dat de steden niet zelden even opportunistisch handelden, volgt dezelfde logica, omdat ook zij een klein gebied beheersten en hun invloed trachtten te vergroten.
Van een ideologische binding was maar zelden sprake, al is voor verschillende partijen vaak redelijk aanwijsbaar wat hun gedeelde doel was. Soms was ook een wheels-within-wheels effect waarneembaar, zoals in het geval van de Bourgondische hertogen, die in hun eigen gebieden op liepen tegen de lokale Nederlandse tegenstellingen, terwijl ze in hun Franse basis onderdeel uitmaakten van de Bourguignards, die het opnamen tegen de partij van de Armagnacs.
Hoewel er van partijvorming in de ons thans bekende vorm feitelijk geen sprake was, en de identificatie van lidmaatschap niet altijd even gemakkelijk is, verdeelde de heersende politieke klasse zich dus ook in de middeleeuwen in verschillende partijen teneinde hun eigen doelen te kunnen nastreven. De strijd om macht, dominantie. In dat opzicht zijn de verschillen met de huidige politieke machtsvorming minder groot dan je op het eerste gezicht zeggen zou.
Dat door het ontbreken van alle zeggenschap van het gewone volk, zij hierin nauwelijks een rol speelde doet daardoor niet ter zake.