Partij voor de Dieren presenteert conceptprogramma: basisinkomen invoeren, vissenkommen verbieden

Strijdlustige Dierenpartij wil een radicale omwenteling van de maatschappij en de manier waarop wij leven.

Over zes maanden zijn de verkiezingen voor de nieuwe Tweede Kamer, en dat betekent dat veel partijen nu al hun (concept-)partijprogramma's presenteren. Zo ook de Dieren">Partij voor de Dieren, die vandaag haar congres hield. Onder het genot van veganistische hapjes konden de aanwezige dierenliefhebbers luisteren naar een bevlogen Marianne Thieme die de speerpunten van het nieuwe partijprogramma uiteenzette.

Het programma van de PvdD is misschien wel het meest radicale van allemaal (DENK heeft nog geen programma, dus daar valt nog niets over te zeggen). In het belang van dieren en van de natuur moet onze samenleving volledig op zijn kop worden gezet, vinden de activisten. Zo moet de invoering van een basisinkomen worden onderzocht, waarbij alle Nederlanders een maandelijks inkomen krijgen van de overheid waar ze zelf niets voor terug hoeven doen. Het is eigenlijk belachelijk om te stellen dat dit plan moet worden 'onderzocht'. Dat is namelijk al vaker gedaan, en keer op keer blijkt dat zo'n systeem niet mogelijk is zonder massale belastingverhogingen – al dat 'gratis' geld moet immers ergens vandaan komen.

De meest radicale omwenteling wordt echter bepleit als het gaat om onze omgang met dieren. Niet alleen wil de PvdD een einde maken aan de dierenindustrie, ook wordt er een verplichte bedenktijd ingelast voor het aanschaffen van huisdieren en worden vissenkommen verboden om het welzijn van vissen te beschermen. En houd je van tonijnsalade? Dan heb je pech: de Partij voor de Dieren gaat zich inzetten voor een totaalverbod op de vangst van tonijn.

Naast het voorspelbare riedeltje over dierenrechten zijn er ook verrassende voorstellen die helemaal zo slecht nog niet zijn. Zo pleit de PvdD voor het invoeren van een raadgevend referendum dat tegelijkertijd kan plaatsvinden met andere verkiezingen, zoals ook in Zwitserland wel gebeurt. Bovendien vindt de partij dat de invloed van de EU moet worden beperkt – het steunfonds voor Griekenland moet worden afgeschaft, en landen gaan over hun eigen begroting.

Het programma is volkomen onrealistisch waar het gaat om de vergaande maatregelen voor dierenrechten en het basisinkomen. Zo'n radicale omwenteling van de maatschappij is niet alleen onhaalbaar, maar ook onwenselijk. Waar het echter gaat om zaken die met de EU en bestuurlijke vernieuwing te maken hebben, is de partij een welkome afwisseling op de reguliere partijen bij links. Het realistische EU-geluid van de PvdD mag vaker worden gehoord, en wat dat betreft is het zo slecht nog niet dat de dierenliefhebbers er wellicht een zetel bij krijgen na de volgende verkiezingen.