Over de (in Nederland) vergeten Franse schrijver: Roger Vailland

Geen categorie18 jun 2013, 7:00
Siebelink schreef over de Franse schrijver Roger Vailland. We noteren nog even een paar dingen die Siebelink vergat te melden.<--break->
Onlangs een essaybundel van Jan Siebelink uit 2011 gelezen: Conversaties. Het is een verzameling artikelen die hij over Franse auteurs schreef. Soms zijn het interviews, soms beschouwingen. Het lijstje met Proust en Huysmans, maar eveneens Rimbaud en Artaud, en ook Green en Gracq, lijkt wel de moderne canon van de Franse literatuur. Onberispelijk! Er staat echt precies op wat je mooi hoort te vinden vandaag de dag. Ik kan jaloers zijn op zo iemand die zich dermate goed voelt bij de voorgeschreven lectuur.
Ik vind de essays van Jan Siebelink overigens best leesbaar. Siebelink weet zijn levende en dode schrijvers heel aardig te presenteren. Duidelijk is dat hij ze gelezen heeft, ook niet zonder een zekere kritische geest - al overdrijft hij daar niet, om het maar eens beleefd te formuleren. En als de Parijse auteurs over hun mistige bedoelingen beginnen, noteert hij het met bijna religieus ontzag. Nogmaals: ik ben afgunstig, want wat is er heerlijker dan je steeds meteen zo thuis te voelen? Bij mij zit dat er nooit in. Als ik van een schrijver een eerste boek lees en het bevalt me, dan werp ik me op die man (het is zelden een vrouw). Ik ga meer van hem lezen, soms zelfs alles, en ik ga ook over hem lezen, met alle risico’s van dien. Ik wil weten wie die schrijver is. Eigenlijk interesseert me dat meer dan zijn boeken. Literatuur is voor mij: kennismaking met mensen, niet met papier. 
En ik ga eens om zo’n mens heen lopen, want ik wil me niet beperken tot de voorgevel die hij ons in zijn werk toont. Neem nu Jean de Tinan, aan wie Siebelink respectvolle aandacht geeft in zijn bundel. Lees je dit artikel, dan denk je dat die Tinan heel wat is. Was die niet, hoor! Ik heb hier in de kast de briefwisseling van Pierre Louÿs en Jean de Tinan staan, en u hebt geen idee wat een kinderachtige boel dat is. Studentikoze onbenulligheid tot en met. Het is een godswonder dat Pierre Louÿs in de periode van die briefwisseling het gave, bijna exemplarische en dan ook ontelbare malen verfilmde verhaal La femme et le pantin wist te schrijven. Kennelijk zit de kunst in een klein hoekje. Maar die Tinan heeft voor mij afgedaan als ik die brieven lees, terwijl ook Louÿs aanzienlijk zakt in mijn achting. En zo verpest ik voor mezelf steeds weer het aanvankelijke plezier dat ik in een schrijver heb. Maar ik wil het naadje van de kous weten – en dat is niet tegen te houden. Voor een Siebelink zijn kousen evident naadloos. Hij blijft zweven in de modieuze literaire voorkeur, waarbij voortgezet onderzoek natuurlijk niet aanbevolen is. 
Des te verraster was ik dan ook dat Siebelink aandacht gaf aan Cioran. Nu ja, niet echt, want Cioran heeft vlak voor zijn dood nog even zijn hour of glory in de Franse literatuur gehad. Ieder grachtengordeldier las Cioran in die dagen – om er al gauw weer mee op te houden, want die man paste niet echt in de halfintellectuele canon. Nee, wat me meer verraste, was dat naast Mallarmé (‘Slecht Bewapend’ grapt Du Perron) en Baudelaire (‘Schoon van Lucht’) ook Roger Vailland de revue passeerde. Dit is namelijk een schrijver die nooit in Nederland is aangekomen. Ja, even toen hij in 1957 de Prix Goncourt won met de roman La loi, die door Meulenhoff als De wet is uitgebracht. Maar daar bleef het ook bij. 
Ik heb in mijn boekje Mijn auto’s een hoofdstuk aan Vailland gewijd, want auto’s waren belangrijk voor hem en hij schreef er geregeld over. In 1965 had ik de man trouwens bij hem thuis geïnterviewd. Veertig dagen later was hij dood, waarschijnlijk niet ten gevolge van mijn bezoek. Wat ik voor een verkoudheid had aangezien, bleek longkanker te zijn geweest, in een vergevorderd stadium kennelijk. Het was het één na laatste interview, want het blad Candide overtrof me door de schrijver veertien dagen vóór zijn dood nog aan het woord te laten. Wel had ik de eer dat Vailland op de laatste dag van zijn dagboek, opgenomen in het posthume Ecrits intimes, over mijn bezoek sprak. Een beetje flauw dat Siebelink dit niet noemt, want andere banden van Vailland met Nederland waren er toch niet? Of het moest deze prachtige passage uit Boroboudour, Voyage à Bali, Java et autres îles zijn. Over de Nederlandse vrouwen die hij daar in 1951 nog in groten getale ziet, schrijft Vailland: ‘Het zijn reuzinnen, maar met merkwaardige misvormingen. Ze kunnen bijvoorbeeld zo hoog als een vulkaan zijn, maar de armpjes van een invalide kind hebben. Of ze zijn overdekt met sproeten, waardoor ze dan wat lijken op een heuvel met rijstvelden, het één rijper dan het andere. En je ziet vaak dat ze in een vollemaansgezicht kleine knipperende oogjes hebben achter een brilletje. Het portret van de Nederlandse koninklijke familie dat je bij alle Hollanders ziet hangen, doet denken aan een naïef schilderij van Le Douanier Rousseau.’
Zover is Siebelink niet in zijn lectuur van Vailland gegaan. En enkele gegevens in zijn artikel geven ook de indruk van haastwerk. Zo schrijft hij dat Vailland zich met zijn tweede vrouw Elisabeth ‘terugtrekt op een landgoed in Meillonnas’. Het was in feite een verbouwde boerderij met tuintje in een dorp. Toen ik Vailland ging interviewen, deed ik helemaal niet aan haastwerk, want toen ik bij hem op de stoep stond, had ik zijn complete oeuvre twee keer gelezen, één keer voor mijn plezier en één keer als voorbereiding op dit vraaggesprek. Dat ik nog steeds zo degelijk te werk ga, durf ik niet te beweren, maar ik probeer me voor serieuze artikelen wel zoveel mogelijk te beperken tot onderwerpen waarin ik thuis ben. In Vailland raakte ik na zijn dood wel heel erg thuis. Ik behield contact met zijn vrouw, ik kwam verscheidene keren bij haar in Maillonnas, ik ontmoette ook elders in Frankrijk allerlei vrienden van Vailland en ik bezocht alle plaatsen die hij in zijn romans beschreven had. Ik wilde namelijk een essay over hem schrijven en dat combineren met een bloemlezing uit zijn werk. Maar nooit heb ik een uitgever hiervoor kunnen vinden.
Siebelink zegt heel zinnige dingen over Vailland. Hij stelt goed aan de kaak dat de man in zijn communistische jaren, 1952 tot 1956, ronduit boeken in dienst van de klassenstrijd schreef, waarin ‘hij zijn ideologie wil opdringen’. En Siebelink ziet ook goed dat La loi, na de teleurstelling in het communisme geschreven, verreweg het beste boek van Vailland is. Op zijn stoerdoenerij had hij echter wel iets meer mogen ingaan. Vailland was een bewonderaar van Hemingway. Zeg maar gerust dat hij graag de Franse Hemingway was geworden, zoals Jef Geeraerts de Vlaamse Hemingway probeerde te zijn. Compleet met het juiste politiek standpunt en met het neerknallen van beesten. Het meest Hemingway is Roger Vailland in de roman Les mauvais coups (in 1961 verfilmd met Simone Signoret), dat zich op het Franse land afspeelt en waar de schrijver dan maar raven te lijf gaat, och arme, na ontbeten te hebben met een paar flinke slokken brandewijn. Eersterangs was Vailland zelden en evenmin na de Prix Goncourt toen het hem helemaal naar de bol steeg en hij samen met Suetonius Romeinse keizers ging analyseren. Maar het bontst had hij het toch gemaakt in 1953 met een ongeveer marxistische benadering van Laclos in de serie Ecrivains de toujours van de uitgeverij Du Seuil. Naar ik meen heeft men dit deeltje nu ook laten herschrijven door iemand die niet zo’n plaat voor zijn kop had. Beter benaderde Vailland dezelfde Laclos in de film Les liaisons dangereuses van Roger Vadim, waarvoor hij het scenario mocht schrijven. Jeanne Moreau bereikte daarmee voor het eerst een internationaal publiek. Maar velen zullen het best de muziek uit de film kennen, met Art Blakey & the Jazz Messengers.
Er valt veel over Roger Vailland te vertellen en ik hoop het nog eens te kunnen doen. Siebelink gaf beslist een goede aanzet tot wat meer Nederlandse belangstelling voor deze auteur. Dat hij in 1985 het merkwaardige L’Etendard sentit une odeur agréable (2004) van Jacques Chessex niet kende, kan hem ook niet kwalijk worden genomen. In dat al of niet verzonnen relaas worden Vailland en zijn vrouw met name genoemd als daders van sadomasochistische experimenten met dodelijk gevolg voor een van hun slachtoffers Niet bepaald reclame voor het echtpaar, maar het was een raar stel. 
Caricature de l'écrivain Roger vailland door Frachet op Wikimedia Commons.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten