Oud-SS'er en oorlogsmisdadiger Siert Bruins probeert onder zijn verdiende levenslange celstraf uit te komen. Wat een lafaard.
Boos word ik ervan, misselijk zelfs, en een beetje verdrietig,
van het nieuws dat de verdediging van de laatste nog (in vrijheid) levende oorlogsmisdadiger Siert Bruins eist dat hij wordt vrijgesproken van de moord op een verzetsstrijder. Bruins, die eerder een celstraf van 7 jaar kreeg voor de moord op twee Joodse broers tijdens de Tweede Wereldoorlog, beweert dat niet hij, maar zijn kompaan verzetsstrijder Aldert Klaas Dijkema heeft doodgeschoten. Dat kan hij makkelijk zeggen, want zijn kompaan leeft niet meer.
Bruins, werkzaam bij de Sicherheitsdienst in Delfzijl en omgeving, werd kort na de oorlog in Nederland bij verstek ter dood veroordeeld. Die straf werd later omgezet in levenslang. Bruins was ten tijde van het vonnis al naar Duitsland gevlucht, waar hij sindsdien woont.
De inmiddels 92-jarige lafaard had dus eigenlijk al dood moeten zijn, en anders had hij nog in de cel moeten zitten op droog brood en water. Het Duitse Openbaar Ministerie zit hem godzijdank alsnog op de hielen en eist een levenslange celstraf voor 'het beest van Appingedam'. Maar zijn verdediging wil dat hij wordt vrijgesproken, want Bruins kon ook niet weten dat Dijkema in 1944 in zijn rug zou worden geschoten toen ze met z'n allen uit de auto stapten.
Wat een misselijk mannetje is die Bruins toch ook.
Hoe laf is het om Joden en verzetsstrijders dood te schieten en terreur te verspreiden onder Nederlanders, om vervolgens na de oorlog niet te willen accepteren dat we leven in een fatsoenlijke rechtsstaat waar dat soort misdaden niet onbestraft blijven? Dan ben je echt het laagste van het laagste. Je zou bijna denken: opknopen, die vent. Maar goed, daar doen wij heden ten dage niet meer aan, dus the next best thing is een levenslange gevangenisstraf. Laten we hopen dat hij nog heel oud mag worden en dat hij al zijn komende verjaardagen in een sobere Duitse cel uitzit.