Bijna tien jaar na de aanslagen op 9/11 is Bin Laden gedood door Amerikaanse militairen. Het is buitengewoon onwerkelijk nieuws: Bin Laden was het ongeziene gezicht van het islamistische terrorisme geworden. Volgens velen zouden we hem nooit te pakken krijgen. Hoe anders kon het dat de Amerikanen hem jaar na jaar niet te pakken kregen? Het antwoord is simpel: omdat Osama bin Laden voortdurend hulp heeft gekregen van Pakistan.
De man die duizenden onschuldige mensen ombracht, moslims en 'ongelovigen', had een veilig heenkomen in Pakistan. Niet voor niets werd hij doodgeschoten in een dorpje vlakbij de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Nouja, dorpje: Abbottabad is een toeristisch trekpleister dat zelfs zijn eigen
wikipedia-pagina heeft. Het lijkt in niets op een donkere grot waar de terroristenleider zijn vlucht heeft moeten nemen, omdat de rest van de wereld hem achterna zit. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij gedacht dat de Amerikanen er nooit zouden zoeken en werd hij verder met rust gelaten door de Pakistaanse autoriteiten.
Tot voor kort dus:
Nu is 'geholpen door Pakistan' wat zwaar uitgedrukt, want in werkelijkheid waren de Pakistaanse autoriteiten niet betrokken bij de actie. Zij werden pas
nadat Bin Laden was doodgeschoten op de hoogte gesteld van de operatie en zijn succes. We kunnen dus hooguit vaststellen dat de Pakistani Bin Laden verraden hebben. En dat werd tijd.
We hoeven er overigens niet vanuit te gaan dat ze dat volledig uit menslievendheid deden: nu Osama bin Laden dood is, zal de roep om terugtrekking uit Afghanistan steeds sterker worden. Dat betekent dat de Pakistani hopen binnenkort van de Amerikanen in het (achter)tuin af te zijn.