Viktor Orbán, premier van Hongarije, spreekt over de hoop dat de Europese verkiezingen van mei 'sterke leiders' op zal leveren. Immigratie en de 'nachtmerrie van de Verenigde Staten van Europa' zijn voor hem de grootste redenen om deze hoop te koesteren. Dat meldt Elsevier. Opvallend is dat Orbán zijn excuses heeft aangeboden aan zijn partners voor zijn uitspraak van de term 'nuttige idioten', waarmee hij duidde op critici van zijn partij die niet zouden weten dat ze zich voor het karretje laten spannen door globalisten en 'machtsbelangen van onze tegenstanders'. Dat viel natuurlijk niet in goede aard en er werd zelfs een poging gedaan de Fidesz partij uit de Europese Volkspartij (EVP) te knikkeren.
Het probleem dat de partijen, zelfs degene die zijn excuses accepteren, hebben, is dat Orbán onverminderd door blijft gaan met zijn anti-EU campagne. Met name
Jean-Claude Juncker en
Frans Timmermans zijn Orbáns' doelwitten.
Orbán lijkt in ieder geval geen concessies te doen. Hij blijft anti-EU en anti-immigratie. In een onderzoek van Global Research blijkt ook waarom: slechts 5 procent van de Hongaren ziet immigranten als een verrijking. Maar liefst 73 procent spreekt van 'een last'.
Manfred Weber is de fractievoorzitter van de
EVP. Mede door hem lijkt het er op dat Fidesz haast verzekerd is van een plek binnen die partij. Weber heeft namelijk alle steun nodig om Juncker op te kunnen volgen.
Kortom: ze zijn nog niet zo snel van hem af als ze hadden gewild!