De opmars van kolen laat zien dat het Nederlandse energiebeleid niet werkt.
Een
interessant artikel van Jeroen Hetzler eerder deze week met tal van
kritieken op ons huidige energietransitiebeleid. Het artikel gaat er
met name over, dat uit de opmars van steenkool zou blijken, dat het
verhaal van de milieulobby dat we ons in een systeemcrisis bevinden
onzin zou zijn. Het zit wat ingewikkelder in elkaar. Mijn artikel
gaat over de genoemde 'opmars van steenkool' en de oorzaak hiervan. Volgens
de kranten is er dus sprake van een opmars van steenkool. Even de
ontwikkelingen aan de hand van cijfers van het CBS. In de jaren
tachtig en negentig steeg in Nederland het steenkolenverbruik, met name
door de ingebruikname van meer steenkolencentrales.
Door
de liberalisering van de energiemarkt daalde het verbruik in 1999
plots van 15,8 miljard kg in 1998 naar 11,8 mrd kg in 1999, toen
Nederland veel electriciteit ging importeren. Daarna schommelde het
in een bandwijdte van 11,7 tot 13,6 mrd kg per jaar. Sinds het
dieptepunt in 2011 van 11,7 mrd kg stijgt het verbruik langzaam tot
13 mrd kg in 2013. In de eerste vijf maanden van 2014 was er een
stijging van zo'n 10% ten opzichte van dezelfde maanden in 2013,
waardoor 2014 mogelijk op 14,3 mrd kg zou kunnen uitkomen. Dat is nog
steeds lager dan in de jaren negentig.
De
recente stijging heeft een aantal oorzaken. Allereerst zijn er enorme
investeringen gedaan in duurzame energie en gas als alternatief voor
steenkool. Niet alleen in ontwikkelde landen, maar ook steeds meer in
ontwikkelingslanden. Dit heeft de vraag naar steenkool geremd.
Daarnaast valt de wereldwijd economische groei tegen. Dit heeft
geresulteerd in lagere kolenprijzen én lagere prijzen voor
CO2-emissierechten. Die combinatie maakt het rendabel om
kolencentrales te laten draaien.
Hoewel
de markt voor de kolencentrales er voor Nederland dus goed uitziet,
heeft de overheid echter anders beslist. Eind
2013 is besloten om de emissienormen van elektriciteitscentrales
zodanig aan te gaan scherpen dat de Nederlandse kolencentrales zullen
moeten sluiten. De potentie dat de ingezette opmars van steenkool
doorzet, is er wel degelijk, maar dat vergt dus een wijziging in het
geplande beleid.
De
vraag is nu, of het sluiten van kolencentrales een zinnige actie is.
Sluiting van kolencentrales leidt namelijk niet tot lagere
CO2-emissies. De uitstoot van CO2 is namelijk vastgelegd en via
emisiehandel moet CO2 uitstoot van kolencentrales elders weer worden
gecompenseerd, bijvoorbeeld door op energie te besparen. Dit is een
goed werkend mechanisme, zolang landen de markt hun werk laten doen.
De realiteit is echter dat overheden allerlei goedbedoelde, maar
marktverstorende maatregelen nemen. Zo verstrekken ze subsidies om
duurzame energie op te wekken. Door het ontbreken van emissies daalt
vervolgens de prijs van CO2-emissies, waardoor via de emissiehandel
die subsidies gedeeltelijk indirect bij de kolencentrales terecht
komen.
Ook
economisch gezien lijkt er geen reden te zijn om economisch rendabele
centrales te sluiten en vervolgens met subsidiegeld duurzame energie
hier voor in de plaats te gaan opwekken.
Door
in Nederland de markt zelf te laten besluiten hoe de toekomstige
energiemix er uit moet zien, kan de markt gewoon zijn werk doen. Als
de markt kolencentrales wil, zal de prijs van CO2 stijgen en zal de
markt ook zonder overheidsingrijpen moeten investeren in
energiebesparing en duurzame energie. Als we blijven vechten tegen
marktontwikkelingen en kolencentrales gaan sluiten, blijft duurzame
energie afhankelijk van overheidssubsidies. Daar is niemand mee
gebaat.
Nog een toevoeging: het is natuurlijk ook niet verstandig om nu kolencentrales te sluiten, waarmee we ons afhankelijker maken van aardgas. Europa heeft ons gas hard nodig als Rusland rare dingen gaat doen. Oekraïne is al afgesloten van Russisch gas; door her-export van Russisch gas via de EU staat de Europese gasmarkt al onder druk.