Mijn inzending voor de CiJO-essaywedstrijd over een oplossing voor het Arabisch-Israëlisch conflict. Het winnende essay zag het investeren in de sociaal economische positie van Arabische Israëlis als oplossing. Ik denk hier iets anders over en stel dat het vredesproces niet meer los gezien kan worden van de Arabische revoluties. Er kan pas vrede zijn als Arabische volkeren geregeerd worden door legitieme leiders die geen anti Joodse/Israëlische ideologie hanteren.
Land for peace, isn't. Yet.
Vredesproces
Voor het bewerkstelligen van vrede in en rondom Israël dienen Israël zelf, de Palestijnse autoriteiten en de omliggende Arabische staten zich in alle oprechtheid aan vrede te committeren. Tot nu toe heeft alleen Israël dit daadwerkelijk waargemaakt.
De Palestijnse Autoriteiten hebben vanaf dag één alle vredesvoorstellen in woord en/of daad verworpen. Ook hebben zij de tijdens Oslo overeengekomen voorwaarden voor vrede
[1] op onduidelijkheid rondom het PA-handvest na, met voeten getreden. Met name het Palestijnse onderwijs is doordrenkt van haat en creëert de jihadisten van morgen.
Israël valt in dezen te verwijten dat destijds geen volledige bouwstop is afgekondigd voor nederzettingen op 1,8% van de Westbank. Ondanks dat het bouwen van nederzettingen niet verboden werd in de Akkoorden, meenden critici dat dit de spirit van Oslo ondermijnde. De geschiedenis wijst echter uit dat de Palestijns Arabische onwil voor vrede los staat van de Israëlische aanwezigheid in de Westbank en voorheen Gaza.
De PLO had al voor de zesdaagse oorlog in 1967, die tot de Israëlische aanwezigheid in Gaza en de Westbank leidde, de eliminatie van de gehele zionistische entiteit als kernpunt van het handvest. Daarbij heeft Hamas er nooit een geheim van gemaakt welk lot Israël wordt toegewenst. De vijandigheid van Palestijnse autoriteiten let wel, ik zeg niet de gehele Palestijnse bevolking is ideologisch van aard en lijkt geworteld in het naakte feit dat Israël bestaat.
Legitieme leiders
Voor vrede met de Palestijnse Arabieren gelden nog steeds dezelfde voorwaarden als vastgelegd tijdens Oslo, maar het vredesproces kan niet meer los gezien worden van de Arabische revoluties. Israëls bondgenoot Egypte krijgt bijvoorbeeld een civiele regering die Hamas openlijk steunt. De vers gekozen volksvertegenwoordigers hebben Israël uitgeroepen tot staatsvijand nummer 1 en roepen de SCAF op Israël als zodanig te bejegenen. Met Jordanië is het vredesbestand nog intact, maar ook daar is de geest van het islamisme beslist uit de fles. Het valt niet uit te sluiten dat ook Jordanië in de toekomst zware concessies moet doen aan islamisten.
Voor een oprechte vrede moet het volgende gerealiseerd worden: Arabische volkeren moeten geregeerd worden door legitieme leiders die geen anti-Joodse/Israëlische ideologie belichamen.
Vrede tussen landen wordt gesloten door regeringen, maar vrede is het meest bestendig als deze zowaar gedragen wordt door de bevolking. De fragiele vrede met omliggende Arabische staten wordt in stand gehouden door (restanten van) seculiere en repressieve regimes en is beslist niet gedragen door de bevolking. Een bestendige vrede moet dus gesloten worden door een regering die op legitieme wijze de bevolking vertegenwoordigt. Egypte krijgt sinds de revolutie een legitieme civiele regering, gedomineerd door islamisten. Deze hanteert echter een expliciet anti-Joodse/Israëlische ideologie en zal het bestaan van Israël nooit accepteren. Er is niets wat het Westen kan doen om dit sentiment te veranderen, het is een onvervreemdbaar onderdeel van de islamistische ideologie.
Islamisten zijn geen democraten, zij achten de door hen bewerkstelligde soevereiniteit van Allah bovengeschikt aan de soevereiniteit van de bevolking. Dit maakt hun ideologie totalitair en zij zullen zich niet via de stembus laten afzetten. Dit is een hoopvol gegeven. Wellicht voltrekt zich over 30 jaar een revolutie die met recht de Arabische lente genoemd mag worden, gericht tegen de dan heersende theocraten. Wellicht dat als de Arabieren zich van zowel een seculier als theocratisch dictatuur verlost hebben, er iets resteert dat op vrijheid lijkt. Wellicht dat er ooit een vrede mogelijk zal zijn met een post-islamistische Arabische wereld.
Voorheen was Arabische weerzin jegens Israël gevormd rondom het Pan-Arabisme. Nu geldt de politieke islam als kader en dit brengt ons bij de tweede voorwaarde.
Politieke islam
Naarmate het islamisme zijn macht consolideert, wordt duidelijk dat er alleen kans op vrede is, als de Arabieren de politieke islam onschadelijk weten te maken. Dit houdt in dat een verlichte vorm van islam, die lijkt op het hedendaagse christendom, de dominante stroming moet worden. Het christendom heeft zijn meest schadelijke kanten verloren door een constante blootstelling aan kritiek, van Voltaire tot Bertrand Russell en Life of Brian van Monty Python. De islam kan zich alleen hervormen als er van binnen en buiten kritiek op toegestaan wordt. Wat dit betreft gaat er nog steeds een ongemakkelijke dynamiek op.
Conservatieve islamitische schriftgeleerden hebben de bronnen aan hun zijde waar het gaat om een verbod op islamkritiek door moslims zelf. Westerse progressievelingen hebben zogenaamd de morele superioriteit aan hun zijde door vol te houden dat islam de religie van vrede is en door islamitische overgevoeligheid te belonen met bescherming tegen kritiek. Dit laatste moet veranderen, want het dwarsboomt de totstandkoming van een verlichte islam.
Om te beginnen zal de VN-mensenrechtenraad, nu een bijkantoor van de OIC en de meest prominente bestrijder van islamkritiek, dan wel opgeheven moeten worden of alleen zetels beschikbaar moeten stellen aan democratische staten. Ook moeten met name de V.S. de hoop laten varen dat de Moslimbroederschap een soort islamitisch CDA is. Het is een organisatie die een expansiegerichte apartheidsideologie propageert en die dient als zodanig bejegend te worden.
Het islamisme voert niet alleen een strijd tegen Israël, maar tegen de gehele Westerse beschaving. Gek genoeg is deze culturele oorlogsverklaring vanuit het Westen grotendeels onbeantwoord gebleven. Ook dit moet veranderen. Het Westen moet schouder aan schouder staan met moslims die een verlichte islam nastreven. Het Westen hoeft slechts een reeds ondertekende culturele oorlogsverklaring in gelijke munt te beantwoorden, hetgeen betekent dat het islamistische netwerken in kaart moeten brengen en hun intenties en bewegingen consequent moet blootleggen en duiden. Het Westen mag zich zonder enige schaamte toewijden aan het onschadelijk maken van een schadelijke ideologie.
Ook moet het Westen waar mogelijk een podium bieden aan hervormingsgezinde moslims en hen beschermen tegen hun conservatieve geloofsgenoten. Tevens dienen Golfstaatsubsidies aan Westerse universiteiten gestopt te worden omdat dit academici feitelijk op de loonlijst van islamisten zet, hetgeen een correcte realiteitsduiding verhindert en destructieve politieke correctheid in het zadel houdt. Daarnaast dienen Golfstaatsubsidies aan islamitisch onderwijs en religieuze instellingen in kaart gebracht te worden en moeten zij behandeld worden naar wat het is: geld dat islamitische segregatie, enclavevorming en Jodenhaat in de hand werkt.
In de strijd tegen het islamisme in de islamitische wereld kunnen het Westen en Israël weinig doen. Maar bijdragen aan het tot stand komen van een verlichte islam door de politieke islam actief te bestrijden op Westerse bodem die uiteindelijk ooit overgenomen kan worden in de islamitische wereld, is een waardevolle optie. Ook moet het Westen zeldzame liberale krachten in de islamitische wereld in woord en daad steunen en hen onderdak schenken wanneer zij vervolgd worden en dat zullen zij worden door islamisten.
Veiligheid
Totdat de Palestijnse autoriteiten en omliggende landen zich oprecht committeren aan vrede is het aan Israël om in een steeds vijandiger wordende regio, zijn eigen veiligheid te waarborgen. Hiervoor is een Israëlisch gezind Europees beleid van belang. Hoe kan Israel hierop aansturen?
Ten eerste moet Israël bijdragen aan de Westerse energieonafhankelijkheid van de Arabische wereld en het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen tot investeringsprioriteit verheffen, zodat zij deze techniek uiteindelijk aan het Westen kunnen verkopen. Dit bewerkstelligt dat deze in mindere mate afhankelijk is van de Arabische wereld. Deze afhankelijkheid geeft de Arabische wereld invloed op Westers beleid en dat moet ten koste van alles gemarginaliseerd worden.
Ten tweede kan Israël in de publieke opinie scoren door expliciet te onderstrepen wat zijn vijanden zeggen. Islamisten maken er geen geheim van dat zij de gehele vernietiging van Israël als doel koesteren en dat dit niets te maken heeft met het overschrijden van groene lijnen. Het onderstrepen van dit gegeven kan een positief effect hebben op de Westerse publieke opinie jegens Israël, en daarom op Westers beleid jegens Israël. Ook kan Israël in het Westen scoren door met kracht te blijven benadrukken dat het islamisme een religieuze apartheidsideologie is en dat deze op cruciale punten zoals gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, niet-moslims en homoseksuelen, haaks staat op de Westerse beschaving.
Ten derde moet Israël met kracht blijven benadrukken dat zij de enige staat in de regio zijn, samen met Jordanië, waar Palestijnen zowaar burgerrechten hebben.
Ten vierde moet Israël een actie ondernemen die als afschrikmiddel werkt voor toekomstige oorlogen. Israël beschikt over de beste contraterreur-eenheden ter wereld. Zij dienen vriendelijk gezinde Westerse staten en wellicht India, aan te bieden om delen van hun speciale eenheden in Israël te laten trainen. Een dergelijke overeenkomst zou de volgende symboliek moeten includeren: de landsvlag van de bezoekende eenheden dient op een Israëlische legerbasis naast de Israëlische vlag gehesen te worden. Bij voorkeur ligt de betreffende basis zo dicht mogelijk bij de Israëlisch-Egyptische grens. Dit geeft het signaal af dat een aanval op Israël wordt beschouwd als een aanval op een onderdeel van de Westerse beschaving, wat het in essentie natuurlijk is.
Conclusie
Het bovenstaande stemt weinig hoopvol, maar berust louter op realisme. Er kan geen sprake van vrede zijn als de (Palestijnse) Arabieren in essentie geen vrede willen. In strijd met modieuze opvattingen, ligt de bal al jaren niet meer bij Israël. Het is aan Israël om stand te houden totdat er zich een Arabische tijdsgeest voordoet die ruimte biedt voor een oprechte vrede. Dit betekent dat de regio moet uitkristalliseren tot een systeem met legitieme volksvertegenwoordigers die geen anti-Joodse/Israëlische ideologie hanteren. En dat kan nog decennia duren.
15-04-2012
[1] beëindig terreur, vernietig terroristische organisaties, verwijder de vernietiging van de zionistische entiteit uit het PA-handvest, bescherm Joodse heilige plaatsen en onderwijs de bevolking richting vrede.