Dozen vol kinderschoenen tot maat 28 hebben wij bij ons, de jonge studenten tegenover ons lopen op versleten schoenen, of we ook voor hen schoenen hebben. Nee, dus. Een groep vrouwen trekt aan mijn jas, of ik die wil achterlaten. Ik weet dat wij geen jassen voor volwassen vrouwen bij ons hebben. Het voelt als een fiasco, wat we ook doen het is niet toereikend. Een woedende vrouw vliegt ons aan en roept; hou je goederen bij je, ik hoef jullie hulp niet, ik wil naar huis, ik wil mijn leven terug! We kijken elkaar aangeslagen aan, hoe leg je dit gevoel van onmacht uit aan al die thuisblijvers met hun goedbedoelde kritiek?