Gisteren gingen de beurzen weer hard onderuit. Dat kun je uitleggen als de kracht van de markten, die ook als zij naar beneden gaan hun corrigerende werk doen en 'dus' naar behoren functioneren. Puur kapitalistisch gezien is dat waar. We leven nog steeds in de wereld van Milton Friedman, pleitbezorger van economische beleidsrecepten waarin de vrije markt centraal stond en die de wereld sinds het begin van de jaren tachtig ongekende voorspoed bezorgden. Alleen beleven we nu de keerzijde. Het Westen is in schulden ondergedompeld en heeft geen politiek 'krediet' meer bij de eigen bevolkingen om pijnlijke saneringen door te voeren en bij de rest van de wereld om nieuwe geldinjecties los te krijgen. Wellicht zijn de Aziatische groeimarkten die nauw met de westerse economieën zijn verbonden uit eigenbelang nog even tot dat laatste bereid, maar dit spel kan niet eeuwig worden gespeeld. De wereld staat voor een enorme herverdeling op economisch en mogelijk ook politiek gebied, en als dat niet min of meer geordend (goedschiks) gebeurt, verloopt het ruw en onbeheerst (kwaadschiks).
Links heeft daar al dertig jaar geen antwoord op. Maar ook rechts is uitgepraat, zoals ik deze week in mijn column in
HP/De Tijd beweer. Het zwakke punt in het rechtse denken is dat er wel veel aandacht is voor zelfredzaamheid en 'eigen verantwoordelijkheid', maar dat er weinig is nagedacht over wat te doen als grote groepen burgers die keurig naar de conservatief-liberale leer hebben geleefd buiten hun directe schuld in moeilijkheden komen en over de rand dreigen te vallen. Dat schept hoe dan ook een acuut herverdelingsvraagstuk, op nationaal niveau, maar ook op internationaal niveau, zoals we in Europa nu al zien bij de schuldencrisis die tot onbedoelde transfers en (fictieve) miljardengaranties heeft geleid van Noord naar Zuid. Dat laatste klinkt socialistisch, en is ook makkelijk als zodanig verdacht te maken (denk aan het veelvuldig gebruik van agitprop over de EUSSR, ook op de Dagelijkse Standaard), maar is het tegendeel. Zonder Jan Marijnissen helemaal gelijk te willen geven (het marxisme is al twintig jaar dood), lijkt het redden van de banken door de nationale overheden toch meer op het privatiseren van de winsten en het collectiviseren van de verliezen. En de euro was naast het verzoenen van de eeuwige erfvijanden Frankrijk en Duitsland ook altijd een 'neoliberaal' project waarbij de eenheidsmunt het kroonstuk moest worden op de Gemeenschappelijke Markt.
Zeg dus niet dat de schuldencrisis de crisis van links is. De kredietcrisis is de crisis van rechts en van niemand anders. Dat kan ertoe leiden dat rechts nog harder gaat schreeuwen en verder doorschiet met goedkope schimpscheuten aan het adres van links en de overheid, maar ook dat laat zien dat redelijk rechts het niet meer weet en intellectueel is uitgeput. Een catastrofe, en alle reden voor weldenkend rechts om de eigen tekortkomingen onder ogen te zien. Maar ik zie weinig zelfkritiek, en ook dat is een teken aan de wand. Rechts is mentaal niet in staat om met herverdelingsproblemen om te gaan en wordt al onpasselijk bij de gedachte. Hoe ziek rechts werkelijk is, weten we nog niet. Maar gemeten aan alle opwinding over de euro en de neergang van de beurzen (waarover velen zich verheugen met een benepen 'I told you so'), loopt de koorts wel op.