De geest van het separatisme is nergens sterker dan op de Britse eilanden. Daar maken de Schotten zich op voor een referendum op 18 september over de vraag of zij moeten kiezen voor nationale onafhankelijkheid.
Geen geringe vraag, want de Schotten maken sinds 1707 deel uit van het Verenigd Koninkrijk, een van de succesvolste politieke unies in de wereldgeschiedenis. De
campagnes zijn inmiddels begonnen. Er nu is er een generatie Schotten die genoeg heeft van de Engelse dominantie en alles vanuit Edinburgh beter denkt te gaan doen. Voor David Cameron, als Tory een machteloze opvolger van de grote Winston Churchill die in 1940 als een leeuw vocht voor het behoud van het Britse Wereldrijk, een pijnlijke zaak. De conservatieve Britse premier strijdt in Brussel voor 'minder Europa', terwijl de voor onafhankelijkheid opterende Schotten de voorkeur geven aan de EU boven Westminster. Van Nigel Farage en zijn UKIP moeten ze niks hebben. Vorig jaar kreeg de UKIP-leider bij een optreden in een pub in Schotland van demonstranten te horen dat hij
beter naar Engeland kon oprotten.
De tegenstanders van uittreding, die de steun hebben van een popster als
David Bowie en de schrijfster
Joanne Rowling, de schepper van Harry Potter, zijn nog in de meerderheid, maar het
yes-kamp, dat de steun heeft van de acteur
Sean Connery (James Bond zelf), kruipt naderbij. Als een icoon als 007 zich met zijn
licence to kill tegen verder verblijf in het Verenigd Koninkrijk uitspreekt, kun je dat vergelijken met geheim agent Poetin die de opheffing van de Sovjet-Unie als de grootste geopolitieke zegen van de moderne tijd beschouwt. Op de
Dagelijkse Standaard heb ik nog niet veel enthousiasme geproefd voor de Schotse onafhankelijkheid, maar dat zal wel komen doordat de Schotse vrijheidsstrijders links zijn en pro-EU. Op de Britse eilanden zien sommige conservatieve aanhangers van
'little England' de Schotten ook liever gaan. Zij wijzen erop dat de Schotten meer subsidies krijgen uit het superrijke Londen dan dat de Engelsen profijt hebben van de Noorzee-olie, die van de vroegere vissershaven
Aberdeen een
boom town heeft gemaakt.
In Schotland kom je niet snel, door de perifere ligging moet je echt van plan zijn erheen te gaan. Zelf maakte ik een autoreis door de Schotse hooglanden in juni 2001, gebruik makend van de ferry tussen IJmuiden en Newcastle die toen een half jaar in de vaart was. Een schitterend land, met een overweldigende natuur, vriendelijke bewoners en een oude cultuur, een aanrader voor iedereen die een buurland wil ontdekken dat relatief onbekend is. Maar ik zag toen ook met eigen ogen dat de Thatcher-revolutie geen onverdeeld succes is geweest. Vooral aan de westkust van Schotland zag je plaatsen met dichtgetimmerde winkelstraten. Een schokkende gewaarwording, omdat de Britse economie toen een sterke periode heette door te maken. In Schotland bleek daar weinig van. Er hing een triestheid die aan het voormalige Oostblok deed denken, al werd dat weer goedgemaakt door de schitterende kastelen en golflinks waar je ook de betere (of soms enige) restaurants kon vinden. Die grauwheid kon je misschien ook toeschrijven aan Labour, dat Schotland al sinds mensenheugenis als een eenpartijstaat regeerde. Ik was er toen Tony Blair, die in Edinburgh studeerde, aan het bewind was, samen met Gordon Brown, zelf een Schot. Beiden stonden overigens wel voor
New Labour, wat iets anders (meer Thatcher) was dan
Old Labour.
Dertien jaar geleden was de Schotse wens naar 'meer zelfstandigheid' al merkbaar. De Schotten waren toen in de hoofdstad Edinburgh bezig met de bouw van een
eigen parlement, een project dat vanzelfsprekend met hoge kostenoverschrijdingen gepaard ging. Dat schijnt er bij te horen als kleine volken hun eigen identiteit willen botvieren. Geen groter parlementsgebouw dan de
Stormont buiten Belfast, dat de Noord-Ieren al in 1921 hun eigen
assermblée gaf. De regering-Blair was voorstander van meer Schots zelfbestuur, in de hoop de Schotten vast te houden, want zonder Schotten kan Labour regeringsdeelname in Londen wel vergeten. Het laat tevens zien dat 'meer zelfbestuur' voor de betrokkenen nooit genoeg is, en dat er altijd een wens naar volledige onafhankelijkheid ontstaat. Die overigens zelden door de hele bevolking wordt gedeeld. In Schotland was het aanvankelijk slechts een activistische minderheid die die kant opwilde, terwijl de Noord-Ierse 'onafhankelijkheid' juist een afgeleide was van de Ierse kwestie die de Britse eilanden in de twintigste eeuw verscheurde. Onder Blair kwam daarvoor 'een oplossing', maar dat betekende wel een akkoord met de terroristen van de
IRA. Dat zorgt nog steeds voor kwaad bloed. Denk niet dat het op de Britse eilanden altijd pais en vree was. Integendeel, de stammenstrijd is er berucht en hardnekkig, en in de context van de jaarlijkse viering van Oranjemarsen in Belfast die
de slag aan de Boyne uit 1690 herdenken is een Schotse afscheiding waarschijnlijk een lelijke stap terug in de tijd. Als Schotland uittreedt, verstoort dat de verhoudingen binnen het Verenigd Koninkrijk, wat tot nieuwe bonje kan leiden.
Referenda kunnen hiervoor nooit een oplossing bieden. Erger, zij wakkeren oude tegenstellingen aan die lang onder de oppervlakte hebben gezeten. Hoe de uitslag in september ook zal zijn, er zal een ruime minderheid zijn die door een kleine meerderheid wordt overstemd. Dat zal zeker bij een yes het geval zijn, want de Schotse onafhankelijkheid die er in theorie wel aantrekkelijk uitziet opent in werkelijkheid een doos van Pandora die de Britse eilanden verder zal verscheuren. De voorstanders denken dat Schotland rustig het pond sterling kan aanhouden, standplaats kan blijven voor de Britse vloot (inclusief kernwapens), en bij de tijd blijft door het lidmaatschap van de Europese Unie. Maar daar denken lidstaten als Spanje en Frankrijk, die (vanwege Catalonië, Baskenland, Corsica) bang zijn voor precedentwerking, mogelijk anders over. En de 'transferunie' met de rest van Groot-Brittannië laat zich ook niet zomaar ontmantelen en zal bij ontbinding voor de Schotten met zekerheid ongunstig zijn. Wat dan weer tot nieuwe referenda kan leiden om het eerdere yes ongedaan te maken. Dat kan volstrekt vreedzaam verlopen, zoals bij de Deense referenda in 1992 en 1993, maar leidt in elk geval tot veel politieke en economische onzekerheid waar investeerders niet van houden.
In het Schotse geval komt het neer op het loslaten van een politieke unie die eeuwenlang (sinds 1707) heeft bestaan, en dat is nog wat anders dan het aangaan van een verbintenis (zoals bij het Verdrag van Maastricht) die zich in de toekomst nog moet bewijzen. Dat is denk ik het kardinale verschil. De EU is een pacificatieproject dat historische tegenstellingen wil overwinnen en toekomstgericht is. De Schotse onafhankelijkheidsstrijders willen terugtreden uit een politiek unie die een aantoonbaar succes is geweest en richten zich op een mythisch verleden van voor 1707 (of een toekomstbeeld dat blind is voor stammentwisten die mogelijk weer kunnen losbreken). We hebben hier met een generatie te maken die het beter denkt te weten dan al die voorgaande generaties Schotten die min of meer tevreden konden leven binnen een gepacificeerd Verenigd Koninkrijk.
Dat is een arrogantie (beter: ignorantie) die veel verder gaat dan de arrogantie van de Britse elites, die tenminste nog historisch besef aan de dag leggen en eeuwenlang wisten hoe je over lastige stammen regeert. Al hadden ze op grond van diezelfde geschiedenis ook kunnen weten dat volksraadplegingen over grote nationale kwesties nooit een oplossing bieden, maar altijd als een spijtzwam werken. Het maakt alle kleingeestigheden wakker die beter in de fles kunnen blijven. Als ik zou moeten kiezen tussen een volk met een (te) grote mond of een via keurige procedures en checks and balances monddoodgemaakt volk, kies ik voor het laatste. Net als Churchill, zeg ik erbij. Maar met dat standpunt zal de meerderheid van het plebs het vrees ik niet eens zijn. Nóg een reden om principieel tegen nationale referenda te zijn.