In een advies dat vrijdag is aangeboden aan de Tweede Kamer pleit de Onderwijsraad voor de terugkeer van de mavo als apart onderwijsniveau.
De voornaamste redenen? Volgens de Onderwijsraad heeft het huidige
vmbo vier verschillende niveaus, waardoor het buitengewoon onoverzichtelijk en onduidelijk is. Daarnaast zou het vmbo een negatief imago hebben.
De raad pleit ervoor het vmbo weer op te splitsen in twee opleidingen: mavo en vakmanschap. Zo’n vijftien jaar geleden waren deze juist samengevoegd en tot vier verschillende opleidingen gemaakt.
Deze vier verschillende niveaus zijn: basisberoepsgerichte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde leerweg en theoretische leerweg. Met name de laagste twee niveaus hebben te maken met afnemende leerlingenaantallen.
De twee nieuwe opleidingen zouden een duidelijke eigen identiteit moeten krijgen, waarbij het volgens de Onderwijsraad van groot belang is om de overstap tussen de mavo en mbo te vergemakkelijken. De twee opleidingen zouden dus beter op elkaar moeten aansluiten.
Op dit moment is dat onvoldoende het geval, aldus de Raad. Dit komt door het gebrek aan beroepsgerichte vakken in het huidige vmbo. Het mbo is juist bijzonder beroepsgericht. Volgens de Onderwijsraad zou het dan logisch zijn om de mavo, als die terugkomt, daarop in te stellen.
In het verleden was dat precies de rol die de mavo speelde, maar daar kwam een einde aan toen Den Haag besloot om daar iets aan te doen en de mavo en vbo samen te voegen tot het vmbo. Volgens de Onderwijsraad is dat dus een mislukt experiment en wil men feitelijk terug naar mavo-oude stijl.