Een ambtenaar schrijft een week voor het referendum: "Min BZK (de minister) heeft besloten dat, nu verzending van het rapport niet meer enige tijd voor het referendum kan plaatsvinden, verzending na het referendum te verkiezen is. Deze tijd zal ook nodig zijn voor het zorgvuldig afstemmen van onze lijn met buitenlandse partners."
Het ministerie ontkent dat de timing van publicatie enig verband houdt met het referendum, en dat het alleen was vanwege de afstemming met het buitenland. "De minister wilde het rapport in zijn geheel openbaar maken en helemaal niet witten. Juist vanwege het belang van transparantie. Overeenstemming hierover bereiken met de buitenlandse inlichtingendiensten kost tijd."
Het rapport moet dan eigenlijk uiterlijk 23 maart verschijnen. Maar op 20 maart staat in een mail: "begreep trouwens dat MINBZK aanbieding van het rapport over het weekend heen wil tillen. Daar is nog overleg over." 28 maart gaat het rapport eruit.
Uit de stukken blijkt dat afstemming met buitenlandse diensten belangrijk was. Maar nergens staat waarom dit niet voor half maart afgerond kon zijn. De partners hadden het stuk immers al vanaf 30 november in handen. Veel stukken zijn in verband met het vertrouwelijke karakter 'gewit'.