Ouderen worden de dupe van het nieuwe pensioenstelsel. Ze worden tweemaal keihard geraakt. Allereerst bij het overgaan van het bestaande stelsel naar het nieuwe stelsel, het zogenaamde invaren. De omvang van het vermogen dat aan ouderen wordt toegerekend is afhankelijk van de dekkingsgraad en de rente op het moment van invaren. Dat moment is extreem ongunstig. De rente is al langdurig laag. Er zijn geen tekenen dat de rente omhoog gaat. Onder de grote druk van de ECB wordt de rente laag gehouden. Bovendien zijn de dekkingsgraden thans extreem laag: korten is waarschijnlijk aan de orde. Dat betekent dat het vermogen van ouderen bij invaren vele procenten lager uitkomt dan in een mogelijk gunstiger scenario op een later tijdstip. Dat betekent dat het vermogen van ouderen wordt bepaald op een extreem ongunstig moment: reken je arm. Het CPB hanteert het zogenaamde ‘netto profijt’ om aan te tonen dat het invaren rechtvaardig is voor een evenwichtige verdeling tussen generaties. Actuaris Agnes Joseph van Achmea bestrijdt dit naar mijn mening terecht in haar artikel ‘Is netto profijt wel evenwichtig’ (PensioenPro 33, sept. 2020).
Vervolgens krijgen ouderen een beleggingsportefeuille die ‘minder riskant’ zou zijn met veel obligaties. Niets is minder waar dan dat. Ouderen krijgen een kansloze beleggingsportefeuille in de maag gesplitst, de rente op staatsleningen is immers negatief. Ze kachelen er dus sowieso er op achteruit. Maar het is erger dan dat. Als de rente maar fractioneel omhoog gaat krijgen ze dit vol om de oren. Obligaties waren ooit een veilige belegging, maar dat zijn ze allang niet meer, met dank aan ECB. Obligaties zijn de slechtste belegging die er bestaat. De rekenrente wordt afgeschaft (hiep hoi!), maar het nieuwe stelsel blijft extreem rentegevoelig, vooral voor obligaties, dus vooral voor ouderen. Het is niet voor niets dat beleggers nu hun heil afgedwongen in zakelijke waarden, waaronder aandelen, zoeken. We leven in een volstrekt achterlijke beleggingswereld en ouderen zijn daarvan de dupe.
Als jongere deelnemers waarnemen dat hun beleggingsportefeuille, gevuld met aandelen, tegenvalt, dan moeten ze kunnen bijstorten via een hogere premie. Het premie-instrument is een belangrijk middel om risico’s te sturen. In alle berekeningen is echter de premie constant gehouden. In een collectief stelsel blijft dit instrument belangrijk voor risicomanagement. De deelnemers moet zelf kunnen beslissen om meer of minder premie in te leggen. Dit zou passen in dit zogenaamde lifecycle model, dat claimt flexibeler te zijn, wat het in feite niet is. Het voorstel van drie hoogleraren, onder leiding van Arnout Boot, om het premie instrument te flexibiliseren door het automatisch aan te passen als de omvang van de beleggingsportefeuille stijgt of daalt, heeft geen pas. Het betekent immers dat de eigen sturingsmogelijkheid van deelnemers om zeep wordt geholpen. Deelnemer kan dan – op een ongelegen moment – een hogere premie te verduren krijgen: niet doen. Voorgesteld is om een deel van de premie te gebruiken voor omslagpremie, dus meer omslagstelsel in het systeem te stoppen. Nee, zegt Wouter Koolmees, dan bevoordeel je ouderen en benadeel je jongeren. Njet, njet, njet.
We krijgen het gevoel – nee, het is meer dan dat – dat ouderen helemaal aan de achterste mem mogen plaatsnemen. Marc Heemskerk, actuaris bij Mercer, zegt dat dit niet erg is “gezien de behoeften van ouderen. De behoeften van ouderen dalen tijdens pensionering” (PensioenPro, 33, sept. 2020). Hartelijk dank voor deze opbeurende kanttekening! Veel asocialer dan dit moet je het toch niet maken! Heemskerk suggereert dat je ouderen wel kunt laten bloeden omdat ze toch niet zo veel nodig hebben. Mooie club is dat Mercer! Heemskerk: “ze krijgen er zekerheid voor terug”. Dat is flauwekul, zoals ik hiervoor heb aangeduid. Kort en goed: ouderen worden gesneden bij het invaren en ze krijgen er onzekerheid voor terug.
Het enthousiasme voor het nieuwe stelsel ligt ver beneden het nulpunt. Ik heb eerder beargumenteerd waarom ik het drie keer niks vind. We komen ermee van de regen in de drup. Ik roep politieke partijen op om hun mening over die nieuwe stelsel op te nemen in hun verkiezingsprogramma. Pensioen is een extreem belangrijk onderdeel van de verzorgingsstaat. Of we met het nieuwe stelsel door moeten gaat dient onderdeel te zijn voor de vorming van een nieuwe coalitie na maart 2021.