Dagblad Trouw lijkt een lans te willen breken voor de Palestijnen, maar doet dat op een volstrekt verkeerde manier.
Nu naast Zweden ook Spanje haast lijkt te willen maken met het erkennen van 'Palestina' als zelfstandige staat, doemt ook de vraag op in Nederland. Nederland heeft zich altijd uitgesproken voor het standpunt dat een eventuele staat kan worden opgericht op het moment dat Palestijnen een duurzame vrede uitonderhandelen met Israël. De Nederlandse regering vindt traditioneel dat stappen in dit zogeheten 'vredesproces' genomen door anderen dan de primair bij dit conflict betrokken partijen (namelijk: de Palestijnen en Israël) meestal contraproductief zijn, en de boel eerder op scherp zetten dan toewerken richting een oplossing. Kortom: de partijen moeten er eerst zelf uitkomen, en eventueel achteraf kan Nederland nog wat doen. Maar het is allereerst aan Israël en de Palestijnen zélf om hun problemen op te lossen.
Ik vind dat een verstandige houding. Dagblad Trouw lijkt dat echter anders te zien en neemt 'kansen op enige verbetering' waar als ook Nederland zou overgaan tot het officieel erkennen van een Palestijnse staat:
Vandaar dat er een golfje is richting erkenning. Zweden sprak zich er in oktober positief over uit, Frankrijk deze week, Engeland, Ierland en Spanje lijken ook zover. Het Vaticaan zegt overigens al jaren dat alleen een twee-statenoplossing werkt. Het merendeel van de VN-landen erkent de staat Palestina.
Nederland is wat dat betreft allesbehalve een voorloper, eerder een aarzelende middenmoter. Angst voor toename van geweld, angst voor slechte betrekkingen met Israël en gewetensnood over het belonen van geweld hebben tot nu toe erkenning van Palestina tegengehouden. Maar met Hollandse nuchterheid kan net zo goed vastgesteld worden dat het nooit erger kan worden dan het nu is. Daarmee biedt iedere verandering al gauw een kans op enige verbetering.
Ik ben niet principieel tegen een Palestijnse staat, maar wél principieel tegen het toekennen van de status van staat aan een terorristische organisatie. Dat Hamas onder die noemer valt is weinig controversieel: zelfs de Europese Unie, doorgaans op de hand van de Palestijnen, heeft er geen bezwaar in gezien deze club op te nemen op de lijst met verboden terroristische organisaties. Maar ondanks dat de EU die andere Palestijnse beweging, Fatah (het de facto gezag op de Westelijke Jordaanoever), niet erkent als terroristisch instrument is dit het natuurlijk wel. Normale politieke bewegingen hebben immers geen 'gewapende tak' en praten ook niet over het opofferen voor het geloof. Of het doden van "alle Israëli's", en al helemaal niet door het omleggen van alle Joden.
Als de Palestijnen hun zelfbestuur in Gaza en op de Jordaanoever dus willen upgraden naar een volwaardige staat, is het allereerst van belang dat ze deradicaliseren. Hun twee meest voorname politieke partijen zijn immers haatzaaiende terroristische organisaties. Zodra die misdadige clubs zijn opgeruimd en ruimhartig afstand wordt genomen van terroristische daden, alsmede van het giftige antisemitisme dat leeft onder Palestijnen, kan heel misschien worden gepraat over een eigen staat.
Maar geen seconde eerder. Een verlangen naar genocide mag immers niet beloond worden met een eigen staat. Misdaad hoort niet te lonen.