Een Nederlandse strijder heeft succesvol een aanslag gepleegd op de ambtswoning van de president van Jemen.
Bij die aanslag kwamen vandaag zeven mensen om het leven. De president zelf was waarschijnlijk niet aanwezig op het moment van de aanslag, maar dat maakt deze niet minder gruwelijk.
ISIS heeft nu bevestigd dat de terreurgroep achter de aanslag zit. Daarbij gaven ze de volgende foto vrij:
[caption id="attachment_130343" align="aligncenter" width="599"] De aanslag in Jemen. Foto: Twitter / Pieter van Ostaeyen[/caption]
Wat dit bericht extra verontrustend maakt, is dat deze aanslag volgens de groep gepleegd zou zijn door een Nederlandse strijder. Het zou gaan om Abu Hanifa Al-Hollandi, die naar Syrië heeft kunnen afreizen om zich daar aan te sluiten bij de jihad. Opmerkelijk genoeg was deze Al-Hollandi in oktober volgens de Belgische jihadisme-onderzoeker Pieter van Ostaeyen al omgekomen bij een Amerikaans bombardement. Bij beweerde dit destijds op basis van contacten die hij in Syrië heeft. Er zijn in dit geval dus twee opties: óf de bronnen Van Ostaeyen hadden het helaas bij het verkeerde eind, of ISIS verspreidt een vals nieuwsbericht.
Het is uiteraard onmogelijk om onafhankelijk te controleren wat de waarheid in dit geval is. Het is zeker dat de aanslag zelf heeft plaatsgevonden, maar niet dat Al-Hollandi deze gepleegd heeft. De vraag is: wat heeft ISIS te winnen met een dergelijke valse bewering? Het zou natuurlijk goed kunnen zijn voor het moreel van de rest van het leger aan haatbaarden om te laten zien dat de strijder als bij goddelijke wil de aanslag op zijn eigen leven had overleefd.
Waarschijnlijker is het echter dat dit vooral slecht is voor de Nederlandse moreel. Terugkerende jihadgangers worden nog steeds nauwelijks aangepakt zolang er geen concreet bewijs is dat ze oorlogsdaden hebben begaan. Ze worden hooguit in hechtenis genomen, maar bij gebrek aan mogelijkheden tot bewijsverzameling is het lastig een zaak tegen deze mensen op te bouwen. Wat dat betreft is ISIS niet helemaal gek: ook zij weten hier vanaf. De vraag is dan ook vooral: wanneer beginnen we eens met een écht effectieve aanpak tegen dit soort gevaren voor de samenleving?