Michael Winterbottom en Steven Coogan vormden elf jaar geleden eensuccesvolle combinatie in de sprankelende film 24 Hour Party People, een ode aan muziekproducer Tony Wilson. Hun hernieuwde samenwerking leverde The Look of Love op, een interessante maar lang niet zo frisse biopic over Paul Raymond.
Paul Raymond was een zeer spraakmakende nachtclubondernemer in de jaren zestig en zeventig. Hij zorgde voor opschudding in het nachtleven van Groot-Brittannië door in hartje Soho clubs te openen waar geopereerd werd op het randje van pornografie. Tussen de mazen van de wet door kon een ieder zich daar vergapen aan ontklede dames, die net genoeg wel of niet bewogen om legaal naakt te zijn.
De film schetst het leven van Raymond, die zijn flexibele en vergevingsgezinde vrouw uiteindelijk in de steek liet voor de wonderschone Fiona en een volledig op hedonistische genoegens en macht gericht leven. De enige die hem enigszins met de voeten op de grond houdt, is zijn dochter, zijn gedroomde erfgename van zijn imperium, die helaas haar vaders onstuitbare dadendrang en energie ontbeert.
Steven Coogan speelt Raymond, ook verantwoordelijk voor de lancering van een tamelijk ranzig mannenblad, adequaat, maar ook zonder al te veel diepgang. Wellicht is dat ook wat Winterbottom voor ogen had de entertainmenttycoon afschilderen als een man zonder eigenschappen of gevoel, iemand die inderdaad zonder een traan de moeder van zijn kind kan achterlaten en de grootste tegenslagen incasseert met niet meer dan een opgetrokken wenkbrauw en een kwinkslag. Dat maakt het wel wat lastig om sympathie voor hem op te vatten, waarmee de stroom van vaak dramatische gebeurtenissen in zijn privé- en werkzame leven ook minder indruk maken.
Wel indruk maakt de artdirection in de film die is flamboyant, esthetisch en heel precies: de wilde jaren zestig en zeventig komen daarin volledig geslaagd tot leven. Het was mooi geweest als dat ook gezegd kon worden van Paul Raymond zelf, die ongetwijfeld een interessant gevoelsleven had, geschraagd op gebeurtenissen uit zijn verre verleden, waar we eigenlijk niets over te weten komen. Jammer voor de kleurrijke clubeigenaar en ook jammer voor de daarin geïnteresseerde kijker. Wat overblijft is een mooi vormgegeven biografie, met vaak intelligente en geestige dialogen en heel veel feestelijk entertainment. Zo'n beetje als het leven van Raymond, en wellicht is er dan toch sprake van een geslaagde onderneming.